“Gift-ig” debat in Nederland over “giften” Europees Herstelfonds
door Koos van Houdt
Nederlandse burgers werden vanuit Den Haag verkeerd ingelicht over de wijze
waarop het Europese Herstelfonds is opgezet. Mark Rutte zit namens ons land
vandaag en morgen in Brussel te onderhandelen over de Europese begroting tot
2027 en het Herstelfonds. Langzaam maar zeker merkte je de afgelopen weken dat
hij dat woord ‘giften’ ook steeds minder ging gebruiken.
Misschien komt er morgen of zondag nog geen overeenstemming. De vrouwen en mannen
aan tafel hebben extra kleding in de koffer gedaan, zoals de bestaande grap
daarover dan gaat. Maar de druk wordt opgevoerd. Gisteren zei Johannes Hahn, lid
van de Europese Commissie namens Oostenrijk, dat Rutte ongelijk heeft als hij
zegt dat er tijd genoeg is. Rutte zelf liet zondagavond tijdens een lang
interview op de Nederlandse televisie weten dat hij ook graag de komende weken
even “kan afschakelen”. Gewone Nederlanders willen dan ‘op vakantie’.
Hoe dan ook, dinsdag werd duidelijk dat wat wij in het politieke dieventaaltje
‘het politieke midden’ noemen – naast de vier coalitiepartijen gaat het dan ook
om fracties als die van de PvdA en GroenLinks – hem niet zullen afvallen als
Rutte namens Nederland een compromis sluit. Wie vaker onderhandelingen binnen de
Europese Raad heeft gevolgd, ziet ook dat men al een eind de eendenkooi is
ingezwommen. Er is geen weg meer terug.
Al eerder hebben we jullie in een Leeswijzer van alles aan kennis mee gegeven
over al die cijfertjes, die samen een astronomisch bedrag lijken te vormen.
Daarin kun je lezen dat het in de praktijk allemaal heel erg meevalt. Wat
Nederland bijdraagt kun je ‘vertalen’ in de kreet ‘drie kopjes koffie per
Nederlander per week’.
Maar omdat politiek Den Haag er bij deze onderhandelingen altijd vanuit gaat om
‘geen cent teveel te betalen’, dreigen we nu een paar lucratieve boten te
missen. Wetenschappers, die altijd heel goed aan Europese subsidies weten te
komen, zien hun vijvertje in de begroting slinken. Schuld van politiek Den Haag.
En de kans dat ons land het nodige aan subsidies uit het Herstelfonds weet te
halen voor ‘eigen’ projecten is er ook niet groter op geworden.
Waar ging het mis?
De Frankfurter Allgemeine Zeitung publiceerde vorige week zaterdag een interview
met de Oostenrijkse bondskanselier Sebastian Kurz. Hij hoort bij de ‘vrekkige
vier’ onder leiding van Nederland, die het debat over de Europese
meerjarenbegroting en het aanvullende Herstelfonds zeer hebben verziekt. Hij
kwispelstaart in dat interview voor Angela Merkel. Net als Mark Rutte de laatste
tijd weer doet. Er zal dus spoedig een compromis tussen de regeringsleiders
worden gesloten.
Dat neemt niet weg dat lidstaat Nederland en vooral politiek Den Haag zich zeer
moeten schamen over de wijze waarop het afgelopen half jaar het debat is
gevoerd. Geen misverstand! De Europese Unie is een democratische
rechtsgemeenschap, waarin inhoudelijke debatten en meningsverschillen volop hun
plek mogen hebben. Maar het debat moet wel eerlijk zijn en gebaseerd op de
werkelijke voorstellen.
Daar is het de afgelopen maanden flink mis gegaan. Alles gebaseerd op een haast
klassiek Europees probleem. Een vertaalkwestie. Want dat Herstelfonds bevat
inderdaad ‘loans’ en ‘grants’. Er kunnen voor ongeveer 250 miljard euro aan
leningen worden opgenomen. Voor ‘grants’ is na goedkeuring van het plan 500
miljard beschikbaar. Wat gebeurde? Voor die ‘grants’ werd in Nederlandse
vertaling ‘giften’ gelezen. Dat bleek in politiek Den Haag een giftige
vertaling. De juiste vertaling was ‘subsidie’ geweest. Daarover hieronder meer.
De vraag rijst of van onze nationale volksvertegenwoordigers verwacht mag worden
dat ze ongeveer het steenkolen-Engels begrijpen, waarin de Europese Commissie
beleidsvoorstellen schrijft. En lees anders de Franse of Duitse versie. Of wacht
op de Nederlandse vertaling.
Rond Goede Vrijdag en Pasen hadden de ministers van financiën van de eurogroep
een stevig debat over een eerste hulpplan ter waarde van 540 miljard euro. In
dat debat bracht Wopke Hoekstra, minister van financiën, Nederland op verkeerde
gedachten. ‘We’ dreigden geld in de bodemloze put te storten, die de naam Italië
heeft gekregen. Wopke haalde bakzeil, bood zijn verontschuldigingen aan en sloot
op Witte Donderdag een compromis met zijn collega’s. Maar er zou meer moeten
gebeuren.
Dus schreef de Europese Commissie in de aanloop naar de Europese Raad van 23
april een beleidsstuk over de manier waarop de afgesproken hulp verleend zou
kunnen worden. Tegelijk werd daarin een blauwdruk opgeschreven voor de wijze
waarop een groter plan, dat nu bekend staat onder het begrip Herstelfonds, zou
worden ontworpen. Dat stuk is lang niet door iedereen ‘opgepikt’.
Dat Herstelfonds is namelijk gebaseerd op vertrouwde vormen van Europees beleid.
Een lidstaat, een regio of een stad kan er een beroep op doen. Precies volgens
de manier waarop al vele jaren Europese subsidies worden klaar gezet. Je moet
een goed plan maken, argumenten geven voor het bedrag dat wordt gevraagd en
projecten beschrijven, die passen in de grote lijnen van het aangegeven Europese
beleid.
Die voorwaarden zijn zo streng, dat al vele jaren wordt geklaagd over de
administratieve lasten die eraan zijn verbonden. Vervolgens moet voor het
betreffende project ook nog ‘eigen’ geld op tafel komen. In vaktaal:
co-financiering. En ten slotte is achteraf een dubbele accountantscontrole
nodig. Fraude wordt zwaar bestraft.
Die voorwaarden zijn zo zwaar dat steeds vaker door lidstaten of decentrale
overheden de voorkeur wordt gegeven aan leningen. Daar heeft de Europese Unie de
afgelopen jaren ook op ingespeeld door in samenwerking met de Europese
Investeringsbank allerlei faciliteiten voor ‘zachte’ leningen op te zetten. Er
hoeft dan voor een gewenst project geen co-financiering op tafel te worden
gelegd. De lening moet gewoon later worden afbetaald. Maar de financiers kijken
natuurlijk wel scherp toe op de betrouwbaarheid.
Wie dat allemaal op zich laat inwerken, gaat steeds minder begrijpen van dat rare
debat in politiek Den Haag over Europese leningen in bodemloze putten. De meest
eenvoudige verklaring daarvoor is dat het gif dat de toenmalige leider Frits
Bolkestein een kwart eeuw geleden heeft gespoten in de visie op het Europese
beleid van de VVD, nog steeds niet is uitgewerkt. Bolkestein en toenmalig
minister Zalm van financiën trokken ook toen al naar Brussel met de boodschap
dat “rondpompen van geld via Europese subsidies” maar beter achterwege kan
blijven. Kortom, de Europese Unie zou teveel willen en meer zaken moeten
overlaten aan de regeringen van de lidstaten.
Opvolger Mark Rutte is weliswaar als minister-president lid van de ‘Raad van
Bestuur’, maar ook zijn passie ligt niet bij de Europese Unie. Nu de Nederlandse
mantra ‘geen cent teveel’ door voorzitter Charles Michel is erkent, begint ons
land zich eindelijk te voegen in het Europese compromis. Je kunt niet eindeloos
blijven twisten zonder eeuwig de Europese toorn over je heen te krijgen. Veto’s
zijn er voor onderweg, niet voor het einde van de onderhandelingen. Zo staat het
in de leerboekjes.
Van regeringspartner CDA zou je, gezien de Europese voorgeschiedenis van deze
partij, iets anders verwachten in dit debat. Sinds het referendum van 2005 in
Nederland is de partij afgegleden van een ferme Europese visie naar een
krampachtig nationalisme. De personen die deze week in de schijnwerpers stonden
bij de verkiezing voor een nieuwe leider hebben één ding gemeen. Ze kunnen geen
van alle worden betrapt op een doorleefde visie op de voor Nederland
noodzakelijke Europese politiek.