#Nieuws & Actualiteiten

1 jaar na de helse bosbrand in het Portugese Monchique


1 jaar na de helse bosbrand in het Portugese Monchique

door Peter-Vincent Schuld

 

Uw verslaggever staat op een weids balkon van een huis in Odiaxére met een zo
nog weidser uitzicht op de bergen met bossen die zo ver een breed als je maar
kunt kijken bijna een jaar geleden in vlammen opgingen. Terecht en proactief
vermanend spreekt de eigenaresse van het huis mij toe geen peuk naar beneden te
gooien, haar angst voor een bosbrand is terecht. Na haar gerust te hebben
gesteld dat ik als oud-vrijwilliger bij de bosbrandweer in Spanje ettelijke
keren tegen het alles vernietigende vuur gevochten heb
en ik het wegsmijten van peuken misdadig vind, zie ik geruststelling in haar
ogen komen. Deze mevrouw is begaan met haar leefomgeving, begaan met flora en
fauna, begaan met mensen. Haar vermanende worden komen uit een zuiver en goed
hart. Haar ogen spreken verhalen van beelden die ze heeft waargenomen en die er
niet om liegen.
Het enige wat haar huis en de enkele kilometers verderop gelegen bergen rond
Monchique doet scheiden is de snelweg A22 die het oosten en westen van de
Portugese Algarve met elkaar doen verbinden.
.
Ik zie in de verte een tolpoort op de scheidende snelweg. De tol die de brand
vergde zal nimmer door de inkomsten uit dit tolpoortje kunnen worden vergoed.
Een dierenleven kent geen prijs, de natuur is onbetaalbaar.



Tot begin augustus 2018  waren de  bergen
bedekt door bossen zo vol en mooi. Waar de Eucalyptusbomen sierlijk
zij aan zij hun befaamde welriekende geuren afscheidden om een weg
te vinden naar onze neuzen en zo “zintuigelijk” een gevoel van
welbehagen en rust gaven. Deze zelfde Eucalyptusbomen werden
letterlijk brandbommen door de geurige olie die zij in zich dragen.


Eenmaal door het vuur gevat werden zij exploderende en vuurspuwende
monsters die tot in de reikwijdte die de natuur ze gegeven heeft en met een
kracht een enkele hel,  verspreidden zij vonken en vlammen, opdat de totale
hel van ziedend vuur alles had vernietigd wat zij op haar weg tegenkwam,
geleid door wind die de richting van de hel bepaalde.
.
Bijna 2000 brandweerlieden en andere hulptroepen vochten tegen het vuur.
Brandweerlieden uit de gehele Algarve, maar ook vanuit Lissabon werden de
brandweertroepen aangerukt. Vanuit Spanje kwamen de blusvliegtuigen van de
Spaanse luchtmacht bijstand te verlenen.

.
Niets verraadt de massale inzet die begin augustus 2018 aanving, wel overal
de verkoolde resten van bomen en schorsen.

.
Natuurlijk leert het land en haar rampenbestrijdingsdiensten lessen uit
deze catastrofes.
Een natuurlijke wetmatigheid is dat noodzakelijke verbeteringen vaak pas
doordringen tot bestuurdersals er zich een ramp heeft voorgedaan. Ook de
feitelijke inzet van mensen en materieel, de wijze van bestrijding en
coördinatie, alles moet nadien worden geëvalueerd. Wat kan beter? Wat deden
we goed en wat deden we minder goed? Wat ging er ronduit fout? In een land
als Nederland kennen we de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, maar denk
zeker niet dat in het veel armere Portugal, wellicht op een totaal andere
manier,
de gedachten niet dezelfde denkoefeningen maken.

Portugal, zoals ik al eerder schreef in een ander stuk, is het land van
“Saudade”, een woord dat zich niet laat vertalen, maar waarbij de
uitdrukking wel heel dicht in de buurt komt. Een land waar mensen elkaar
helpen. Een land waar Bom Dia, Boa Tarde en Bom Noite door de dagdelen heen
naar elkander gecommuniceerd worden.
We rijden uren lang door de bergen, doorgaande wegen en kleinere weggetjes.
Wat opvalt is dat er overal hydranten staan (brandkranen), ook op de meest
afgelegen plekken. Zouden ze allemaal goed functioneren? Staat er voldoende
druk op de leidingen? Hoeveel brandkranen je ook hebt, hoe goed je
bluswatervoorzieningen op de grond ook is, hoeveel grote tankwagens je ook
tot je beschikking hebt om op afgelegen gebieden waar geen hydranten staan
bluswater te kunnen leveren, een natuurbrand wordt het meest efficiënt
bestreden vanuit de lucht. Helikopters met waterzakken, blusvliegtuigen die
water “scheppen” in de zee of volgetankt worden met bluswater op het
vliegveld.

Een brand van deze omvang laat zich eenvoudigweg niet bestrijden door
louter dappere brandweerlieden met “boots on the ground” die met gevaar voor
eigen leven het gevecht met het vuur aangaan. Op het Iberisch schiereiland
zijn er onder de brandweerlieden al veel doden en gewonden gevallen. Ook
ondergetekende is als vrijwillig brandweerman twee maal bij een inzet in een
ambulance terecht gekomen. Bij de brand in Monchique waren er zo’n 15
helikopters en vliegtuigen doorlopend bezig het vuur te bekampen, maar de
avond en de nacht hinderen het zicht.
Wat vlammen? Water, water, en nog eens water. Miljoenen liters water tegen
het element vuur dat zich maar moeilijk laat temmen. Uitgeput, uitgeblust,
met zwarte door roet en zweet besmeurde gezichten.
.
De weg vervolgend naar Monchique waar ingezetenen hun huizen verlaten
hebben zie ik panden aan de rand van de weg sinds niet al te lange tijd te
koop staan. Angst, een rechtstreeks gevolg van de brand?
Maar ik beeld me in dat een jaar geleden hier talloze voertuigen van
brandweer, politie en civiele bescherming met sirenes langsreden. Ik sluit
mijn ogen en probeer me de helse branden langs de berghellingen in te
beelden, het onheilspellend geluid van aanhoudende sirenes en blauwe
zwaailichten te horen. Mij bedenkend hoe de mensen  met hun opperste kracht
de brand te lijf gingen. Wat zijn we toch allemaal als mensen maar
zandkorrels, wat zijn we toch nietig. Toch kregen mensen het voor elkaar om
de enorme brand onder controle te krijgen.
.
Je weet als brandweerman dat dit soort van branden in onherbergzame
gebieden je dood kan betekenen. Vallen van rotsen, ingesloten raken door het
vuur, bevangen worden door de rook. Weer leef ik me in het gevoel van de
brandweerlieden en meet ze af tegen de manier waarop er in stond toen ik
deze dankbare taak vervulde in Spanje.
.
Ja, ik wist heel goed dat een inzet mijn vroegtijdig einde tot gevolg kon
hebben, maar een meer eerbare dood dan bij het helpen van anderen bestaat er
niet. Bij elke uitruk was ik er op voorbereid dat ik niet levend zou
terugkeren en zo met mij vele oud-collega’s die dienst doen of deden bij het
bestrijden van natuur- en bosbranden. Ik had er vrede mee, eervoller kun je
niet aan je einde komen. Dan weet je zeker dat je leven zin heeft gehad en
zinvol tot een einde komt. Maar je behoort tegen het vuur te vechten en voor
elkaar te vechten om burgers en collega’s in leven te houden. Ik voel op de
plaats waar ik nu sta, dat hier zo’n gevecht geleverd is, een gevecht op
leven en dood.
Ik spreek een man aan op het terrasje, een lokale bewoner die gedurende de
brand in Barcelona was. Een hartelijke veertiger met de naam Miguel. Hij
vertelt over nachtelijke patrouillevluchten met helikopters in de bergen. De
toestellen met klappende wieken op zoek naar eventuele vuurhaarden of types
die snode plannen hebben om brand te stichten, want ook dat komt bij
bosbranden vaak voor…. brandstichting om grond te kunnen gebruiken voor
andere doeleinden. Hij stelt mij voor aan een hoogbejaarde man die even zijn
kopje koffie op het terrasje komt pakken, Alfonse Henrique, een man wiens
leven zich afspeelt in het ruraal-bergachtig landschap. Hij is boos dat de
autoriteiten er voor kozen om voornamelijke bezittingen en mensen te
beschermen en de vuurzee die de bomen en de natuur bestormde haar gang te
laten gaan. Wellicht niet beseffende dat het bekampen van het vuur begint
met het begrenzen van het vuur en dat vanuit de lucht de aanval wordt
ingezet tegen de vanaf de grond amper te bestrijden hart van de vlammenzee.
Alfonse Henrique beschrijft hoe de telkens veranderende wind het vuur alle
kanten opjoeg en daarmee ook de angst van de bewoners. Het grijpt de man met
grijze pet naar de keel, het weerbeleven van die verschrikkelijk angstige
momenten. Zijn gelaat geeft geen blijk van deze emoties, maar zijn ogen des
te meer. Zowel Miguel als Alfonse Henrique zouden meer patrouilles op de
grond willen zien. Zowel de Portugese gendarmerie GNR, als andere
hulpdiensten patrouilleren met terreinvoertuigen met daarop uitrusting en
water voor een eerste aanval tegen het vuur. Je ziet ze rondrijden als je je
ogen de kost geeft.
.
We zetten onze tocht voort naar het centrum van Monchique, rijden voorbij
de brandweerkazerne, en zien rechts van ons een geïmproviseerde
landingsplaats voor helikopters aan het eind van een parkeerplaats, omringd
met hekken voor de veiligheid met daarbinnen de landingslichten en een
gereedstaande helikopter.
Aan de linker zijkant buiten aan de heli bevestigd in een afgesloten
compartiment een opgevouwen zogeheten “bambi bucket”, een bluszak die onder
de helikopter gehangen wordt waarmee water ingenomen kan worden en boven de
brandhaard kan worden uitgestort.
.
Naast het landingsplatform staan buiten de hekken een bulldozer en een
dieplader van de gemeente. Bedoeld op brandgangen aan te leggen preventief
en repressief.

Naast
het heliplatform in Monchique staan een bulldozer en dieplader klaar
om brandgangen aan te leggen. Foto: © Peter-Vincent Schuld

Aan de staartzijde van de helikopter op het platform enkele tientallen
meters verderop staat een stenen barak met daarvoor enkele voertuigen
van de GNR geparkeerd. Tijd om eens kennis te gaan maken met deze mensen
die over de veiligheid van Portugal en zijn natuur waken. Het verblijf
kent een radiokamer dat bemand wordt door een brandweerman en een lid
van de GNR. In deze barak verblijven leden van de Portugese gendarmerie
die als eersten bij een melding van een brandhaard in de bergen met de
heli ter plaatse gaan om het vuur dan wel met de hand dan wel met de
“bluszak te bestrijden”. Hier zijn mensen die bereid zijn om alles te
geven en het ultieme offer te brengen in de strijd tegen het eeuwige
gevaar, de verzengende hitte en het onvoorspelbare element vuur.

Op uiterst vriendelijke wijze met een stevige handdruk maak ik kennis met
de commandant van de GNR en nog voor dat we inhoudelijke een woord gewisseld
hebben geeft de commandant een teken waarop enkele seconden later een
oorverdovend alarmsignaal afgaat. Het is menens. Haastig kleden de mannen
zich om.

De
brandbestrijders van de Portugese gendarmerie GNR lopen in lijn naar de
helikopter om naar de plaats des onheils te gaan. Foto: © Peter-Vincent
Schuld
In lijn lopen ze richting de helikopter en nemen voor de neus van de
helikopter op ruime afstand geknield achter elkaar plaats. Ze slaan een
kruisteken, en dus ook vertrouwend op God en lopen vervolgens in lijn naar
de heli om plaats te nemen, wachtend op het moment dat de piloot het veilig
acht om op te stijgen. Rustig, maar met een voelbare adrenaline verliep de
tocht van de barak naar de heli. Dit zijn helden, dit zijn mensen die
eeuwige roem verdienen, zij zijn de hedendaagse de fundamenten van de
Portugese veiligheid.
De heli-drill is mij bekend, op ruime afstand knielen en laag blijven. De
luchtverplaatsing door de wieken van de helikopter en de decapiterende
rotorbladen zijn zaken waar je rekening mee moet houden en daar moet je niet
de draak mee steken. Vanop enige afstand roept uw verslaggever de mannen
succes en een behouden terugkomst toe duimen omhoog en een luid obrigado,
Portugees voor “bedankt” volgt.
De heli stijgt op, maakt een U-turn en vliegt naar een voor mij onbekende
plaats in het grote en ruime Portugese boslandschap dat lang en uitgestrekt
is. Op weg om het verschil te maken tussen een hel en een hemel op aarde die
de Portugese natuur is.
Onder de indruk van het serieuze schouwspel verlaten we Monchique en rijden
de bergen in. Net buiten Monchique zie ik met eigen ogen hoe de gemeente en
de Civiele bescherming hun maatregelen genomen hebben om in tijd van nood de
bevolking te evacueren.
Naast een enorm billboard waarin gewaarschuwd wordt voor bosbrandgevaar
staat een bord met het huidig dreigingsniveau voor bosbranden dat nu op
“hoog” geplaatst is. Alleen de niveaus “hoger” en “extreem” op de schalen
van het gevaar kunnen het huidig risiconiveau voor brand omhoog tillen.
Andere borden langs de weg geven de evacuatieroute aan die eindigen bij het
verzamelpunt waar de Portugese autoriteiten de mensen oppikken in geval van
nood. De schrik zit er goed in, niemand wil ook nog maar 1 dodelijk
slachtoffer, geen weldenkend mens wil nog zo’n brandende hel. Niemand wil
dat er ooit nog gestoten wordt op verkoolde stoffelijke resten van burgers
of brandbestrijders zoals eerder in het noorden van Portugal het geval was.
.
Maar er is een spijtige realiteit en dat is dat we zeker weten dat het niet
de laatste natuurbrand is geweest.
De windmolen staat op een plek die eerst bezet was door talloze CO-2
opnemende bomen. Deze windmolen is apart. De turbine heeft korte tijd
geleden vlam gevat en is buiten gebruik, de wieken van de molen zijn zwart
geblakerd.
Windmolens in bosrijke gebieden is dat zo veilig? Bij brand worden de
vonken door luchtverplaatsing middels de wieken zo verspreid. Wat denkt u
bij een enorme bosbrand en de daardoor ontstane rook, de uitstoot van extra
CO2 en fijnstof.
Netto milieuwinst? Ik vrees dat deze nihil is.
Terug in het centrum van Lagos hoor ik de sirenes en in de verte zie ik een
brandweerwagen rijden, die speciaal bestemd is voor het bestrijden van
natuurbranden. Een paar dagen later, op de N125 in westelijke richting
vanuit Lagos zie ik langs de weg kleine en beperkte plekken waar velden
recent in de brand hebben gestaan. Peuk uit de auto gegooid? Andere redenen?

Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *