Maritieme Academie Harlingen behoort tot Europa’s beste opleidingen: De gouden kaart voor een behouden binnenvaart
door Jan Schils
Binnenvaartinstituut met een gedegen Europese reputatie
De Nederlandse binnenvaartvloot is alomtegenwoordig op rivieren en kanalen tot in
de verste uithoeken in Europa toe, waar vervoer op water belangrijk is en
waarmee (uiteraard) ook wat te verdienen valt. Zij telt circa 8000 schepen met
een laadvermogen van ruim negen miljoen ton en is daarmee de grootste en
modernste binnenvaartvloot van Europa.
De binnenvaart wordt op het gebied van snelheid geklopt door het weg- en
spoorvervoer. Maar ze is wel met grote afstand de meest schone tak van vervoer.
Het gevolg daarvan is dan weer, dat de binnenvaart lading afsnoept van het zowel
de trein als de vrachtwagen. Dit laatste gebeurt de laatste jaren steeds vaker
als gevolg van het feit dat er meer en meer wordt geïnvesteerd in aanleg en
verbetering van de haven- en waterwegeninfrastructuur, niet alleen in
West-Europa (o.a. Frankrijk met het Seine-Europe Nord project dat het mogelijk
maakt het industriegebied in Parijs te verbinden met de haven van Antwerpen en
vandaar uit met Rotterdam.
Intussen komt ook het semi- of volledig automatisch varen steeds meer in beeld,
waardoor er op termijn een zeer moderne en geavanceerde dimensie aan het vervoer
op rivieren en kanalen (eerst beperkt tot individuele landen in Europa maar
vervolgens ook meer grensoverschrijdend) wordt toegevoegd.
Volgens experts zal dat bijvoorbeeld in landen als Nederland, België en
Frankrijk, waar al jarenlang druk wordt geëxperimenteerd met deze nieuwe methode
voor het besturen van schepen, al over een jaar of tien wellicht commercieel al
het geval zijn. Want het gaat niet alleen om het varen met behulp van nieuwe
technologieën, dat al zeer ver gevorderd is, maar ook om de infrastructuur van
de vaarwegen te verbeteren en aan te passen.
Wie bij MAH slaagt is van een goede baan verzekerd
Om de duizenden binnenvaartschepen te kunnen besturen en te bemannen met goed
opgeleid personeel en om zich voor te bereiden op een toekomst waar semi- en
volledig automatisch varen meer en meer een deel van de vervoersprestaties zal
gaan uitmaken is onderwijs het sleutelwoord. Nederland beschikt in dit verband
over drie kwaliteitsvolle binnenvaartscholen, waarvan de Maritieme Academie
Harlingen (MAH) er een is. Het gaat om een van de grootste instituten voor
binnenvaartopleidingen in Europa.
Het MAH herbergt het modernste simulatorcentrum voor de binnenvaart in Europa. De
leerlingen leren er levensecht varen in vaargebieden in Nederland en op de Rijn.
Ook buitenlandse studenten zijn er welkom waardoor de MAH tot ver over de
grenzen bekend is en waardering geniet. Het instituut biedt een opleiding aan
van matroos (dekpersoneel) in de binnenvaart tot stuurman, van
scheepswerktuigkundige over bouwer van pleziervaartuigen tot
kapitein-ondernemer. Directeur van de MAH is Arjen Mintjes. Hij blies deze
binnenvaartschool, die op onderwijsgebied wat achterop was geraakt samen met een
team enthousiaste medewerkers nieuw leven in. Mintjes kwam uit het onderwijs met
een passie voor varen. In 1998 kwam hij op verzoek van de toenmalige directie
een weekje een collega vervangen en zou er nooit meer weggaan. “Jonge mensen
kennis en kunde bij brengen”, zag hij toen al als zijn levenstaak. Een
collega-docent getuigt: “Hij was van begin af aan de juiste man op de juiste
plek en heeft al zijn energie, kennis en ervaring in onze school gestoken.” Dat
is Mintjes dan ook goed gelukt wat de MAH is een begrip in de binnenvaart in
binnen- en buitenlans met een gedegen reputatie.
Het is dan ook geen verrassing dat Mintjes op de voorzittersstoel terechtkwam van
EDINNA m het platform van 35 binnenvaartopleidingen wereldwijd. In deze
hoedanigheid hield hij zich de afgelopen jaren samen met collega’s van
soortgelijke opleidingsinstituten bezig met de harmonisering van de Europese
opleidingseisen in de binnenvaart. Daarover overlegde geregeld met o.a.
ambtenaren van de Europese Commissie en leden van het Europees Parlement, maar
ook met organisaties als de CCR (Rijnvaart) en de ESO (Europese
Schippersorganisatie)
Op de vraag in hoeverre deze operatie tot nu toe succesvol is geweest en welke
landen voldoen al aan de nieuwe EU-richtlijn op dit vlak en hoe de implementatie
tot nu toe verloopt, reageert Mijntjes met enige terughoudendheid: “Over de
implementatie van de Europese Richtlijn 2017/2397 in de EU-staten die lid zijn
van EDINNA ( “de belangrijkste ontwikkeling in de binnenvaart van de 50 laatste
jaren”), kan ik niet tevreden zijn. Alleen Duitsland en Nederland hebben hun
zaakjes helemaal op orde. In geen ander land is de implementatie tot nu toe
officieel goedgekeurd. De binnenvaartscholen doen wel al het mogelijke om te
voldoen aan de Europese regels en standaarden. Wij krijgen bijvoorbeeld
regelmatig aanvragen uit het buitenland om praktijkexamens af te nemen volgens
de nieuwe EU-regels.”
Het gevolg is volgens hem dat het EU-certificaat niet aan de leerlingen kan
worden uitgereikt in landen waar de regering om welke redenen ook nog niets
heeft gedaan om dit diploma de status te verlenen die het verdient. Neem nu
Roemenië. In dit land was de binnenvaartschool Ceronav een van de eerste
opleidingsinstituten die de lesstof volledig aanpaste aan de eisen van de nieuwe
EU-richtlijn. Maar de Roemeense regering maakt geen haast om de zaak af te
ronden omdat “er veel landen zijn die evenmin het nodige hebben gedaan.” Dat
geldt volgens Mintjes ook voor de Rijnpatenten: Daarvoor geeft de CCR (Centrale
Commissie voor de Rijnvaart) een zogeheten “tijdelijke” Rheinstrecken-verklaring
af. Hier moeten volgens hem de Europese Commissie en het Europees Parlemenrt
orde op zaken stellen.
Personeelstekort waadt als een spook door veel sectoren, ook in de binnenvaart
en de zeevaart in Nederland en in heel Europa. Voor wat de MAH aangaat, heeft
Mintjes een geruststellende boodschap. Die luidt dat de leerlingen die aan de
MAH afstuderen verzekerd zijn van een goede baan en goed salaris. Het grote
voordeel van de nieuwe EU-richtlijn is volgens Mintjes dat er nu in de EU het
zelfde opleidingsniveau geldt en een gemeenschappelijk EU -vaarbewijs..
Rest nog een belangrijke ontwikkeling in de binnenvaart: het semi- en autonoom
varen, dat nu nog in de experimentele fase verkeert maar ongetwijfeld zal
doorbreken. Vraag is o.a. wat dit betekent voor opleiding en opleidingseisen in
vergelijking met de bestaande opleiding in de binnenvaart? Ligt hier geen taak
voor de EU weggelegd? Mintjes: ”Vanuit bij ons platform aangesloten opleidingen
zijn we bezig om de competenties voor het varen met alternatieve brandstoffen (
waterstof, methanol etc.) en het remote control dan wel autonoom besturen van
binnenschepen te ontwerpen. De eerste blauwdrukken liggen al bij CESNI ( het EU
comité voor de standaarden voor de EU binnenvaart).”