Vrijheid, Stabiliteit maar stevig Voorbereid!
By Peter-Vincent Schuld
In far too many European cities, ambulances and hearses carrying the often mutilated victims drove away from the places where Islamic terrorists carried out their attacks in a degrading manner. It does not detract from the journalistic independence of your reporter to label these facts as disgusting and purely deranged murderousness. One moment you are still enjoying your life, you are being killed by a jihadist. Terror cannot and must not be labelled as anything else as a gross crime against humanity.
Terror has no other purpose than to disrupt a society through fear, death and destruction. But how do you govern a society under constant threat? How do you maintain stability and freedom? The Netherlands has had to deal with two terrorist acts committed in recent history. The first was the murder of the popular politician Pim Fortuyn, the second, the jihadist murder of Theo van Gogh.
) Peter-Vincent Schuld
Although every life lost as a result of terror is one too many, the Netherlands can count itself fortunate that it has not yet had to deal with any serious attacks
. This fact can change every day like a leaf on a tree. With the threat level at 4 (risk of an attack is real, ed.), Dutch society must take this seriously into account. The Dutch are tackling the threat in their own way. This differs in several respects from the way in which France and Belgium deal with the continuing danger. These countries have sent soldiers to the streets to protect the population and these soldiers have not only been victims of jihadists themselves, but have also been able to prevent attacks.
The Netherlands has chosen to do a lot about “invisible” security. For example, “rapid response teams” are constantly driving around 24 hours a day in unrecognizable vehicles of the so-called Special Interventions Service (DSI) of the National Police, so that in the event of a possible terrorist incident, they can be on the scene in no time.
But imagine for a moment. How do you protect an open, free society from lunatics who don’t give a damn about life, whether it’s someone else’s life or their own?
It is perfectly understandable that there is a sharp reaction to Islam from all walks of life. Until a few years ago, all criticism was dismissed by many politicians, especially on the left, as nonsense and multiculturalism was sacred. In 1997, Marcel van Dam, who was murdered a few years later, publicly labeled Fortuyn as an “inferior human being” in a debate about Islam. If we are honest, many of Fortuyn’s words are broadly similar to those of Leiden professor and Elsevier columnist Afshin Elian, who himself comes from Islam-dominated Iran.
If great discontent among broad layers of the population is not channelled and heard in a sensible way, doom tends to happen. It doesn’t take much to bring about a revolt with all the dramatic consequences that entails. The last thing a country needs is destabilization, especially when the party political landscape is so fragmented, as is currently the case in the Netherlands.
In times of crisis, it is and remains important to keep a cool head, to act decisively where necessary, but always within the framework of proportionality and the limits of the democratic rule of law. Just stand there as a driver, an employee of an intelligence and security service or as a police officer on the street.
Rotterdamse burgemeester Aboutaleb communiceert op een heldere manier via de media met zijn bevolking. (c) Peter-Vincent Schuld
Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam heeft helaas nu al een aantal keren te maken gehad met serieuze kwesties zijn stad. Telkenmale koos hij ervoor om aan de ene kant daadkrachtig op te treden door stevige politie-inzet en aan de andere kant intensief en duidelijk te blijven communiceren met de bevolking. Waar andere bestuurders nog wel eens willen vervallen in wollige commentaren die noch vlees noch vis zijn, was de boodschap van Aboutaleb telkenmale helder en duidelijk. Niet alleen voor zijn stad bracht hij daarmee stabiliteit, maar gaf met zijn optreden in combinatie met zijn Marokkaanse roots een duidelijk signaal af aan de Nederlandse bevolking dat niet iedere immigrant de kant kiest van het kwaad en verminderde zo de kans op mogelijk bloedige botsingen op straat tussen de verschillende bevolkingsgroepen.
Wat niet wegneemt is dat de kans op een aanslag uit islamitisch-fundamentalistische middens levensgroot is en dat de kans op schermutselingen en onlusten op straat ten gevolge van die dreiging of eventuele terroristische incidenten ook substantieel is. De harde militante kernen van de politieke flanken ter rechter en ter linkerzijde van de samenleving laten zich steeds harder horen en de toon wordt ook steeds scherper.
Ook nemen we een steeds militantere houding waar van voornamelijk Marokkaanse jongeren die in Antwerpse wijk Borgerhout er niet voor terugdeinzen om de politie met fiks wat man te belagen. Het is een utopie om te denken dat deze situatie aan Nederland voorbij gaat.
Al met al ingrediënten voor een letterlijke en figuurlijke explosieve melange. Het is dan ook niet voor niets dat de Nederlandse Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid, Dick Schoof zich tijdens vraaggesprekken in kalme bewoordingen uitlaat over de situatie van de dag. Kalmte en het exact gewogen gehalte van de gecommuniceerde woorden dragen hoe dan ook bij aan de stabiliteit. Het neemt gevoelens van onrust en dreiging niet weg maar draagt wel bij aan het vertrouwen dat de overheid er alles aan doet binnen hun vermogen om problemen voor te zijn, zeker op het niveau van politie, justitie, defensie en veiligheidsdiensten.
Het recent geklungel in Amsterdam waar een voormalig en veroordeeld lid van Hofstadgroep (een groep fundamentalistische moslims met een terroristische agenda en waarvan Mohammed Bouyeri een levenslange celstraf uitzit wegens de moord op Theo van Gogh -red.) werd aangesteld als de-radicaliserings-werker maar feitelijk nog steeds de jihad predikte, is een schoolvoorbeeld hoe het op lokaal niveau fout kan gaan en fout gaat.
Dit soort incidenten doet het vertrouwen in de overheid meteen schade oplopen en die is niet een-twee-drie hersteld.
Ook op lagere niveaus moeten spelers in het voorkomen van aanslagen en radicaliseringen door en door gescreend worden en gescreend blijven.
Wellicht nog meer investeren zogeheten counter-intelligence en de-radicaliserings-activiteiten niet overlaten aan ambtenaren van het type goedgelovige welzijnswerkers.
Je ontkomt er eenvoudigweg niet aan.
Toch wil Nederland niet de kant opgaan van een totalitaire staat. Het open en vrije karakter, waar Nederland zo bekend om staat mag onder de terreurdreiging niet teniet gedaan worden. Mede daarom zijn bestuurders nogal terughoudend om overal zwaar bewapende militairen de posteren en blijft dit beperkt tot bijvoorbeeld op en rond het Binnenhof in Den Haag waar de Koninklijke Marechaussee zichtbaar aanwezig is ter bescherming van het parlement en het regeringscentrum.
De opening van het Nederlands parlementair jaar, Prinsjesdag, was dit jaar omgeven met uitzonderlijk veel veiligheidsmaatregelen. Zichtbaar en onzichtbaar. De politie stond meer dan op scherp en toch was de sfeer uiterst gemoedelijk en kon je ondanks de massale aanwezigheid van de politie spreken van een gezellig feestje met een dorps en ongedwongen karakter. Misschien wel juist omdat er zoveel politie aanwezig was kon het grondwettelijk evenement zo ongedwongen zijn. Uw verslaggever ging zelf ter plaatse en bemerkte dat de inzet van de politie zich bijlange na niet beperkte tot de beveiliging van Koning Willem-Alexander, Koningin Maxima en alle andere hoogwaardigheidsbekleders. Men was op alles voorbereid.
In de lucht cirkelde een politiehelikopter, vlakbij de Ridderzaal op het Plein stonden zij aan zij voertuigen van de Explosieven Opruimingsdienst en de Brandweer, waarvan een voertuig het opschrift “ongevallen met gevaarlijke stoffen” droeg. Op dat zelfde Plein liepen kort na afloop van de Troonrede parlementariërs, ministers en Prinsejesdagvierders door elkaar, zaten persoonsbeveiigers van de Dienst Bewaken en Beveiligen van de politie even samen een kopje koffie te drinken. Een leiding gevende politiefunctionaris deelde ontspannen “high fives” uit aan scholieren die op daguitstap waren.
Talloze ogen en camera’s die waakten over de veiligheid van de burgers, opdat zij niet het zelfde lot zouden ondergaan zoals recentelijk nog maar weer eens gebeurde ten tijde van de aanslag op de drukke Ramblas in Barcelona.
En alles, alles werd gadegeslagen door politiemensen in burger die hun ogen lieten vallen op opvallend gedrag. Uw verslaggever zag hem al vanuit zijn ooghoeken. Een rechercheur, keurig in pak zonder stropdas met een rugzak over zijn schouder duwde zijn legitimatie onder de neus van uw verslaggever. Had uw verslaggever iets mispeuterd ? Nee hoor integendeel, alleen fotografeerde hij de demontage na afloop van de in Groot-Brittanië gehuurde afzettingen die moesten voorkomen dat vrachtwagens en andere voertuigen op het publiek zouden rijden. De zakelijke doch vriendelijke vraag van de rechercheur waarom ik deze afzettingen fotografeerde was dan ook heel begrijpelijk. Het zou eigenlijk raar zijn geweest als uw verslaggever deze vraag niet gesteld werd. Ik herkende deze speciale afzettingen nog ergens van, had ze al eerder gezien tijden een top van de Europese ministers van Buitenlandse zaken in Newport, Wales. Maar hoe dan ook, het is natuurlijk een interessant gegeven dat de Nederlandse overheid er voor kiest om Brits beveiligingmaterieel in te huren. Toch brengt de vraag van de politiefunctionaris aan uw verslaggever ons wel op het laatste maar zeker niet onbelangrijk punt. Ook wij journalisten hebben een verantwoordelijkheid die niets te maken heeft een beperking in de vrijheid van nieuwsgaring.
Wij krijgen dagelijks informatie uit gesprekken, waarnemingen en van informanten. Onderdelen van die informatie die wij vergaren kunnen soms best heel gevoelig zijn. Geen enkele weldenkende (foto)journalist of cameraman wil op enige manier, nog niet voor een millimeter, bijdragen aan een situatie waarin de veiligheid van de burgers en van hen die de veiligheid waarborgen, gehypothekeerd wordt. Vaak maken wij gezichten van politiemensen en nummerplaten van voertuigen onherkenbaar. Uiterst gevoelige informatie wordt gewikt en gewogen alvorens besloten wordt of deze informatie al dan niet voor openbaarmaking in aanmerking komt. Dit gegeven heeft zelfs niets te maken met zelfcensuur. Vrijheid, ook persvrijheid gaat hand in hand met verantwoordelijkheid. In tijden van dreiging hebben wij, journalisten, bestuurders, volksvertegenwoordigers, rechters en burgers allemaal een rol te vervullen…..namelijk het behouden en beschermen van een vrije, open democratische rechtstaat genaamd “onze samenleving”.