Stap voor stap bouwt Europa aan de eigen veiligheid. Geen plaats meer voor naïviteit.
door Koos van Houdt
Ze hebben het er niet om gedaan. Maar het gesprek vandaag van de Europese
ministers van financiën over de strijd tegen de financiering van terroristische
activiteiten is opeens brandend actueel. Hoewel eenzame strijders met alleen hun
eigen wapens moeilijk vooraf in de kraag zijn te vatten. Dat bleek maandagavond
in Wenen wel. Toch was kennelijk vrij snel te achterhalen wie hij was en wie de
handlangers waren!
Zo zitten ook de Fransen er na de moord door onthoofding op leraar Samuel Paty en
de acties van de messentrekker van Nice bovenop. Maar daden van terrorisme laten
zich nauwelijks voorspellen. Een deel van het antwoord ligt in uitwisseling van
informatie door veiligheidsdiensten en samen optrekken van politiediensten op
Europees niveau. Volg de geldstromen, is een andere poot in deze strijd.
De hoofdredacteur heeft zich al zijn halve leven verdiept in
veiligheidsmechanismen. Hij kent de krachten en de manco’s. Hij liet dat in zijn
bijdrage maandagavond ook duidelijk merken. Toch geeft hij ook wel toe, dat de
situatie niet meer zo diep treurig is als in 2015. Toen kon het in Parijs zo
gruwelijk misgaan, omdat er geen zicht was op voorbereidende activiteiten aan de
andere kant van een lidstaatgrens. Zes onafhankelijk van elkaar functionerende
politiediensten in en om Brussel bleken er toen vijf te veel! Ondanks Vlaamse
druk willen de Franstaligen niet tornen aan de huidige opdeling.
Het is voor terroristen een stukje moeilijker geworden. Grote, over meerdere
lidstaten verspreide activiteiten komen vandaag de dag wat sneller in beeld.
Het komt daarom goed uit dat de Europese ministers van financiën morgen politieke
conclusies trekken over voorstellen van de Commissie om geldstromen van
terroristen beter in kaart te krijgen. Die voorstellen zijn een half jaar
geleden geformuleerd en worden in grote lijnen gesteund door het Europees
Parlement. Het thema stond dus al op de agenda toen de afgelopen dagen en weken
deze eenzame terroristen toesloegen. In andere Franse steden werden vorige week
wel op tijd mensen in de kraag gevat, die met vergelijkbare plannen rondliepen.
Samenwerking op Europees niveau tussen nationale veiligheidsdiensten is dus van
zeer recente datum. Omdat het veiligheidsdiensten zijn, doet men heel
terughoudend. Maar stapje voor stapje wordt dit bastion binnen de veilige kaders
van de Europese Unie open gebroken. Bij de politie is men al drie stappen
verder. Regelmatig kan de Europese politiedienst Europol in Den Haag successen
melden in het opsporen van zware vormen van grensoverschrijdende criminaliteit.
Nu de geldstromen. Vorige week vrijdag bezocht de Nederlandse minister
Grapperhaus (justitie en veiligheid) een bijeenkomst met zes collega’s uit de
belangrijkste lidstaten en met de voorzitters van de Europese ministerraad en de
Europese Commissie. Hun oproep was eenvoudig: we zijn eensgezind, we steunen
elkaar en de Europese Unie moet snel verdere
stappen zetten op de
ingeslagen weg.
Even terug naar vijf jaar geleden. Parijs werd opgeschrikt door terroristische
aanslagen bij het voetbalstadion en de muziektempel Bataclan. De Europese Unie
stond er met beschaamde kaken bij. Waren er meer mogelijkheden voor samenwerking
geweest, dan was de terroristische cel in Brussel met zelfs vertakkingen naar
Rotterdam, mogelijk op tijd onschadelijk gemaakt.
Toch reageerde men snel. Frankrijk pleegt de afspraken in de Europese verdragen
altijd goed te kennen. Zeker als het de Fransen goed uitkomt. In de dagen na de
aanslagen van Parijs richtte men een verzoek aan alle lidstaten van de Europese
Unie op basis van artikel 42 lid 7 van het Verdrag van Lissabon. In het artikel
maandag van de hoofdredacteur is dat artikel uitvoerig geciteerd.
Het artikel stond al in het Europese grondwettelijke verdrag uit 2003. dat was
opgesteld door een grote Europese conventie van Europese en nationale
volksvertegenwoordigers. Ooit in 2005 werd het door de kiezers in Frankrijk en
Nederland naar de prullenmand verwezen. Toch bleef het staan in wat in 2009 het
Verdrag van Lissabon werd. Het gaat om “hulp en ondersteuning” van alle andere
lidstaten, wanneer één lidstaat daarom verzoekt. Zo staan alle lidstaten achter
Frankrijk en deze week ook Oostenrijk.
De Europese vergaderagenda hielp in 2015 een handje mee. De ministers van
defensie die voor regulier overleg bijeen waren in Brussel spraken nog geen week
na de aanval op Bataclan in Parijs “vol empathie, emotie en eensgezindheid” hun
steun uit aan dit Franse verzoek. Toen wisten de ministers nog niet precies wat
in de dagelijkse praktijk het gevolg ervan zou zijn. Frankrijk hield het op de
politieke betekenis van deze uitspraak door alle ministers.
Toenmalig hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het buitenlandse
beleid, Federica Mogherini, zei dat het voor het eerst in de geschiedenis was,
dat dit artikel is aangeroepen. “Politiek van belang, want het heeft meer
betekenis dan dat alleen vanuit de afzonderlijke hoofdsteden mooie woorden over
solidariteit met Frankrijk worden uitgesproken.” Of nu met Oostenrijk.
Eenmaal wakker gekust heeft dit artikel er vooral voor gezorgd dat de Europese
Unie in de afgelopen jaren op verschillende manieren actief is geworden. Eén van
die stapjes in het proces wordt morgen gezet door de ministers van financiën.
Zij keuren een actieplan van de Europese Commissie goed, die in de komende weken
en maanden zal leiden tot wetsvoorstellen, die het witwassen van geld en
financieren van terroristische acties op Europese schaal verder aan banden
leggen. Kaalplukken, heet dat huiselijk.
Wat we dus zien is dat de Commissie niet meer werkeloos toeziet en samen met de
lidstaten krokodillentranen huilt als het weer eens is misgegaan. Nee, de
Commissie die op aarde is om de gezamenlijke belangen van de Europese Unie als
geheel te verdedigen en uit te bouwen, kan en mag er inmiddels voor zorgen dat
nationale lidstaten over hun eigen schaduwen gaan heenstappen en met elkaar het
kwaad van het terrorisme beter gaan bestrijden.
Blijft desondanks de terughoudendheid van het zittende Nederlandse kabinet tegen
dergelijke overdrachten van taken naar het Europese niveau? Minister Grapperhaus
was er vrijdag in Parijs duidelijk over. Ook Nederland steunt van harte
dergelijke voorstellen. Hij wil ook graag dat de ministers van financiën
politieke rugdekking geven aan deze ontwikkeling.
Dat is zijn partijgenoot en collega Wopke Hoekstra zeker van plan, staat in de
beleidsbrief die hij hierover heeft geschreven aan de Tweede Kamer. Het gaat om
“verdere harmonisatie voor het opzetten van Europese Financiële
onderzoekseenheden”. Daarnaast moet er een onafhankelijke Europees
toezichtsorgaan komen. Het zijn weer stappen verder op een weg waar de nationale
lidstaten stappen terug doen.
Gezamenlijk Europees organiseren van de opsporing en vervolging van ernstige
misdrijven komt ervoor in de plaats. Het gaat stapje voor stapje en met de
snelheid van een schildpad. Maar na Europol, Eurojust en een Europees Openbaar
Ministerie komt er nu ook een soort van Europese FIOD. Zo werkt de Europese Unie
stapje voor stapje verder aan de eigen veiligheid.