Op de fameuze Mekong rivier in Cambodja en Laos: Vissers en Veerpontjes
Peter-Vincent Schuld
Your reporter was in Cambodia and Laos for very different purposes when the opportunity arose in both countries to navigate and cross the famous Mekong River, and if only briefly, unforgettable impressions were the result.
The Mekong; A special river that is no less than 4909 kilometers long that flows through China, Myanmar, Laos, Thailand, Cambodia and Vietnam.
The river feeds many mouths because of the fish it contains, but many fish species are also threatened by overfishing, pollution and the planned construction of seven dams to provide energy supply.
I’m in Phnom Penh, capital of Cambodia and staying at the legendary five-star Raffles Hotel. If there’s one thing I’ve learned on my countless trips abroad, it’s that if you’re staying in faraway countries, you’ll be happy with some comfort and hygiene.
Busy days, lots of impressions, you take it all just a little better if you make sure that your night’s sleep and your stay is a bit more pleasant.
No, I’m not really into “backpacking”.
Often I am only in countries for a short time and even then with a full agenda. I get to talk to the waiting staff who provide me with fresh fruit in the room several times. I notice that not all hotel guests know how to respond to the hospitality and politeness of the staff with the minimum manners that you would expect from a well-behaved person. Without any ulterior motives and opportunism, I continue to talk to the room service people. In addition to the usual mutual courtesies, I notice cracks in the formality of politeness. After all, it is the form of being formally polite and courteous and the serious and sincere variant of that. Soon I start talking about that famous river that flows nearby, about the restaurants and the people who live off what the river brings them. That same evening I went with my travel companions for a bite to eat on the boulevard along the river. Until the arrival of a travel companion with more baggage in my head than in his suitcases, I let the meaningless conversation pass me by and sit quietly watching life at nightfall along the busy boulevard.
After spending the night in a wonderfully well-kept bed in an insect- and dirt-free room, something you would expect from a five-star hotel, the next morning the opportunity presents itself to take the boat on that famous river.
The sun is getting warmer and warmer early and we move by convoy under police escort to the bank of the river.
A ship is going to take us on the river and in the meantime I look at the busy life on the river. In a southerly direction, dredging takes place while the ferries sail back and forth. Chained to the quay is a Japanese seagoing vessel that served as a casino but, according to an escort, had been detained by the authorities for alleged criminal activities. A little further I see a series of Cambodian flags near the dike with the royal buildings in the background.
Ik betreed de boot en laat mij overweldigen door de veelkleurigheid van beelden en indrukken waarvan ik weet dat menig mens deze nooit tot zich zal nemen en ik dus weer eens bevoorrecht ben. Overal bedrijvigheid op en rond het water, water dat je nu niet echt “schoon” kan noemen. De Mekong heeft toch te kampen met serieuze vervuiling.
Eenmaal op de rivier zie ik een enorme rioolbuis haar rommel in de rivier spoelen terwijl even verderop mensen hun kleren en kinderen zichzelf aan het wassen zijn. Tegenstrijdig, wassen in vervuild water.
Rond om mij heen overal kleine bootjes met vissers die soms met kleine en enorme netten hun vangsten proberen te doen. Een significant deel van deze mensen behoort tot zogeheten Chams, een kleine moslim-minderheid die woont en leeft in en rond Phnom Penh en voornamelijk leeft van het leven in het water. De Mekong kent over haar gehele loop an noord naar zuid van nature grote verschillen in waterstanden.
(c) Peter-Vincent Schuld
(c) Peter-Vincent Schuld
Vissers behorende tot de Chams moslim minderheid op de Mekong in Cambodja
(c) Peter-Vincent Schuld
De verschillen in waterstanden zijn nog groter geworden nu China in de bovenloop van de rivier in 1993 en in 2006 stuwdammen heeft gebouwd om energie op te wekken. In Laos maar ook in Thailand en Cambodja wordt gewerkt aan een zevental stuwdammen die moeten voorzien in de noodzakelijke energievoorziening. Al hoewel stuwdammen geen C02-uitstoot veroorzaken hebben deze dammen toch een groot nadeel voor de grote vissoorten.
Opnieuw gaat mijn oog naar het water waar onze boot zich door heen klieft. Ik vraag mij even af wat voor leven er zich onder mij afspeelt
De Mekong staat bekend om haar rijke biodiversiteit. Al weer even geleden zijn er 163 nieuwe diersoorten ontdekt tot en met een kikker die zich tegoed doet aan vogels. Ik weet dat de kans bestaat dat in het water we gepasseerd zijn door de grootste zoetwater vissen die een mens zich maar kan voorstellen. Reuzenmeervallen van meer dan 350 kilo, de reuzenbarbeel en de reuzenpijlstaartrog. Maar de vissen zijn door hun grote omvang niet in staat om de dammen te nemen om kuit te schieten.
Zelfs de irrawaddydolfijn vertoeft er vooralsnog , die een bijzondere relatie op na houdt met de mens en vissen de netten in drijft van de vissers. Van deze dolfijnensoort zijn er niet veel meer en het aantal neemt zienderogen af. Er worden getallen genoemd van om en nabij de 85 exemplaren tot slechts enkele tientallen van dit iconische zoogdier dat zich nog in de Mekong zou bevinden.
Boven op de dijken langs de Mekong wordt mijn oog getrokken door grote ossen die het onder de hete zon ingezet worden om het land te bewerken en vrachten te vervoeren. Opnieuw kruist een veerbootje de rivier, al is het kleinschaliger, economische activiteit alom in het land dat ooit zo geteisterd is door het schrikbewind van de Rode Khmer.
En weer naderen we vissers en een veerpontje. Hoeveel mensen zijn per dag afhankelijk van deze overzetboten. Waar je ook kijkt, je komt ze voortdurend tegen.
Terwijl mijn boot langzaam de nodige mijlen terug vaart naar de plaats waar we opgestapt zijn, besef ik me dat ik me net en klein kind voel. Ik blijf fotograferen, ik blijf mezelf verwonderen over wat mijn ogen waarnemen. Zoals ik al zei, als een kind die zijn ogen uitkijkt als hij door de Fata Morgana in de Efteling vaart. Maar dit is echt, dit is het echte leven voor de mensen die wonen en hun brood verdienen op en rond het Cambodjaanse deel van de Mekong. Niet alleen vissers en veerpontjes maar ook de handelsvaart met bananen en rieten manden
Enige dagen later land ik in het Thaise Ubon. Over de weg gaat de reis verder en we passeren de Thais-Laotiaanse grens. Ik bevind me in een diplomatieke delegatie dus de grensformaliteiten blijven tot een minimum beperkt en de grens kan snel gepasseerd worden. Onder begeleiding van motoragenten van militaire politie gaan we op Laotiaanse bodem verder naar de omgeving van Paxe. Ik ben het geneuzel in de reisbus beu en ik vind dat ik op die manier geen hout kan zien. Ik verwissel mijn “comfortabele zitplaats” in de luxe bus naar de bak van een pick-up truck die ons konvooi vervoegt, zodat ik onderweg nog het een en ander kan fotograferen. Ik weet absoluut niet waar ik precies uithang, maar het zal allemaal wel goed komen. Ik heb een goede reisverzekering, ik bevind me in goed en letterlijk diplomatiek gezelschap en ik weet me in verre oorden uit netelige situaties te houden voor zover dat kan als (foto)journalist.
Ergens niet ver van Paxe, vraag me niet meer exact meer waar, slaan we rechtsaf. Het konvooi. gaat verder over een zanderig pad dat eindigt aan de oevers van, jawel, “daar is ie weer”, de Mekong rivier. Het is een klein haventje waar vissers hun boten aanleggen een waar veerbootjes
gemaakt van kleine schuitjes + planken als rijdek + buitenboordmotor + geïmproviseerde stuurhut voortdurend heen en weer varen.
Aan het einde van het weggetje dat naar de veerbootjes leidt wachten busjes met passagiers geduldig tot het tijd is om aan boord te rijden van de op het eerste gezicht wat gammele veerpontjes. Geen gedrang of gemor van passagiers dat het allemaal wat langer duurt. De mensen nemen de dag en de tijd zoals die komt en gaat.
Ook hier is het een drukte van belang die je niet á la minute zou verwachten aan het eind van een afgelegen weggetje.
Ik kom op een kleine markt terecht gelegen vlak aan het water. Fruit, sigaretten, drank en allerhande etenswaar worden er aan de man gebracht. Weer voel ik me een klein ventje in een bijzondere wereld die ik nog niet kende.
Maar ook hier moet geld worden verdien met de visserij. Een enkele visser is al in zijn nopjes als hij 1 vis gevangen heeft. Vis die hij direct kan verkopen als voedsel aan de voorbij trekkende passagiers die naast de wachtende bus hun eten nuttigen op geheel traditionele wijze.
Hier wordt het leven eenvoudig geleefd. Kleine lokale economieën. Hier besef ik me maar al te goed het verschil tussen waar wij mee bezig zijn, namelijk het volgen en verslaan van de (geo)politiek, we maken ons druk over veiligheid en klimaat en hier zijn mensen gewoon bezig met leven en overleven ver weg van de mensen die beslissingen ver boven hun hoofden nemen maar die wel van invloed zijn op de mensen waar ik nu tussen sta.
De rij van nog over te zetten voertuigen wordt korter en weldra is ons konvooi dat netjes op zijn beurt wacht klaar om overgezet te worden op de veerpontjes die oh zo gammel lijken maar dagelijks heel wat voertuigen over de Mekong voeren. De houten zelf gebouwde vaartuigen maken indruk. Hoe krijgen ze en vooral hoe houden ze dit varend ? Het lijkt heel primitief maar veerpontbazen weten waar ze mee bezig zijn.
Terwijl een vrachtwagen en wat andere voertuigen op de houten planken rijden die zijn bevestigd op het vaarsel dat een overvaarschuit moet voorstellen is rechts van mij een visser in zijn nopjes omdat hij opnieuw een vis in zijn netten heeft gevonden. Het geroezemoes van de mensen wordt overstemd door het gepruttel van de motoren van de pontjes. Voor wie geen zin heeft om te wachten op de grotere veerponten zijn er ook kleinere veerpontbazen die een enkele passagier met scooter overzetten.
Gelet op de staat van zijn scooter en het gedrag van de man lijkt het of deze meneer net iets meer te besteden heeft dan de gemiddelde passagier.
Ook hij maakt de oversteek, maar dan in zijn eentje
Ik blijf me verwonderen over de staat van de veerpontjes en het gewicht dat ze per overtocht meetorsen. Voertuigen zijn tot de nok toe geladen met goederen en voorzien van de nodige passagiers. Toch, de trots waarmee er overgevaren wordt heeft iets weg van een kruiser van de marine die opstoomt. Het heeft iets stoer, iets robuust, iets heldhaftig. Er wordt telkenmale opgestoomd naar de andere kant van deze machtige rivier. Niemand maakt zorgen over zijn veiligheid. Reddingsvesten neem ik amper of gewoon niet waar. Iedereen vertrouwt op de kundigheid en het vakmanschap van de schippers, zonder vragen, zonder morren. Alleen dat al is een spektakel dat de moeite van het observeren waard is.
Een van de pontjes legt weer aan en de beurt is nu aan ons om de oversteek te maken. De stuurman krijgt gezelschap tijdens de overtocht van een jonge boeddhistische monnik. Het ronkend schip is op weg ons feilloos naar de overkant waar weer een nieuwe wereld ligt te wachten om ontdekt te worden door ons buitenlanders.
Ondanks de in onze westerse ogen misschien wat krakkemikkige veerpontjes, er worden dagelijks toch maar weet ik hoeveel mensen veilig overgezet.
Ach, de indrukken zijn zo bijzonder dat je op dat moment eigenlijk helemaal niet bezig bent met de mogelijkheid dat het schuitje kan zinken en… de meesten van ons kunnen zwemmen. Je springt sneller af van deze schuit om je in veiligheid te brengen dan van een ferry die over het kanaal naar Dover vaart.
Gezegend en wel bereiken we de veilige overzijde. Ik kijk nog een laatste keer naar het opvallende bouwsel dat ons de fameuze rivier deed oversteken.
Je moet het meegemaakt hebben.