Hebben NL gemeenten en provincies wat te verbergen? Onze journalist geweigerd bij feestje politici en hun hulpjes: Schandalig!
door Koos van Houdt, m.m.v. Peter-Vincent Schuld
Inleiding (door Peter-Vincent Schuld)
Ik verkeer al langer in de overtuiging dat politici vaak zelf een
gevaar vormen voor de democratische rechtsstaat. Je wel laten verkiezen maar
geen verantwoording willen afleggen. Hoe ondermijn je de democratische
rechtsstaat
van binnenuit
?
Nu onze collega Koos van Houdt is geweerd bij een Europa-bijeenkomst
te Utrecht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Huis van de
Nederlandse Provincies, die de belangen van de Nederlandse provincies zegt te
behartigen bij de Europese Unie, is dit feit de druppel die de emmer doet
overlopen. Wij als journalisten hebben de plicht om democratische instellingen
te controleren. Ik denk niet dat dit soort mensen beseffen dat we nog andere
(technische en juridische middelen) in huis hebben om er achter te komen wat er
allemaal stiekem uitgespookt en besproken wordt. Wie aan de democratische
rechtsstaat en de persvrijheid komt, komt aan ons. Wat mij betreft is de
journalistieke jacht op achterbakse en/of onbetrouwbare politici plus dito
ambtenaren nu echt totaal open “met de pen en het toetsenbord” als jacht
geweer.
Het feitelijk verhaal
door Koos van Houdt
Ik geef maar een voorbeeld. Reizen door Europa. Moeilijk als je met de trein
wilt. Jarenlang wilden ze niet, al die spoorbedrijven. Ze bleven veilig binnen
de grenzen van de eigen lidstaten. Ze meenden, zoals de Nederlandse Spoorwegen,
recht op eigen spoorbanen te hebben. Maar als je van A naar B wilt reizen in de
Europese Unie, neem dan maar de auto of het vliegtuig. Want de trein: daarmee
kom je er niet.
Plannen genoeg. De spoorlijn van Amsterdam naar Brussel gaat er binnenkort wat
minder langzaam over doen. In Nederland zijn er plannen voor de Lelylijn, de
Nedersaksenlijn, de Wunderline en allerlei kleinschaliger verbindingen per spoor
naar buurlanden Duitsland en België. Binnen de Europese Unie zijn er allerlei
mensen en instellingen mee bezig. Het is allemaal onderdeel van het Europese
regionale beleid. Publieke plannenmakerij, waarvoor wij als belastingbetaler
uiteindelijk alle geld ophoesten. Niets geheimzinnigs, zou je zeggen.
En zo is er veel meer te noemen. Veel dingen die vlak bij jullie huis gebeuren,
allerlei plannen “om de hoek” worden niet in de nationale hoofdsteden gemaakt,
maar in Brussel bij de Europese Unie. Er wordt tegenwoordig net zo veel geld aan
uitgegeven als aan de Europese landbouw. Tientallen jaren zat de landbouw daarom
in de verdachtenbank. Bij het regionale beleid gaat het tot nu toe min of meer
geruisloos over dezelfde grote bedragen.
Eigenlijk had ik op het moment dat ik dit schrijf ergens in Utrecht moeten zijn.
In een publieke vergadergelegenheid kwamen daar vier instellingen uit het
openbaar bestuur bijeen. Ze spraken over deze onderwerpen. Die gaan ons allemaal
aan. De afdeling Europa van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de afdeling
Europa van het Interprovinciaal Overleg, het Kenniscentrum Europa Decentraal in
Den Haag en het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel sloegen de handen
ineen.
Nu wil het geval dat ik er al over schreef, toen in het jaar 2000 door de
toenmalige Commissaris der Koningin in Gelderland Jan Kamminga het plan werd
doorgezet om de belangen van de Nederlandse provincies in Brussel te behartigen
bij de Europese Commissie. Kamminga bleek een heldere en vooruitziende blik te
hebben. Hij liet er in de Europese hoofdstad het Huis van de Nederlandse
Provincies voor opzetten. Deze journalist was hen in die beginjaren nog
behulpzaam door er onafhankelijk een aantal keren over naar huis te schrijven.
Iets dergelijks gebeurde de jaren erna rondom de oprichting van het
Kenniscentrum Europa Decentraal in Den Haag.
Maar ja, de geschiedenis gaat verder. Er komen nieuwe mensen. Vaak mensen die hun
geschiedenis niet meer kennen. Zij vallen in de kloof, die beschreven wordt in
een nieuw boek, dat binnenkort verschijnt onder de titel ‘Wantrouwen in de
wandelgangen’. Van het artikel daarover in de Volkskrant van zaterdag werd ik
warm. Ik heb het allemaal in 45 jaren van politieke journalistiek net zo
meegemaakt en ervaren als de collega’s Jan Tromp en Coen van de Ven beschrijven.
Journalisten worden steeds minder vertrouwd. Dus komt het steeds vaker voor dat
zij worden geweerd en de deur gewezen. Dan willen onze besturende medeburgers
met geld van de belastingbetaler onderling gaan zitten smoezen over plannen, die
ons allemaal aangaan.
Zo kreeg ik op woensdagmiddag 13 september, gisteren dus gelet op het moment dat
ik dit schrijf, dat ik niet welkom was op het feestje van bovengenoemde
organisaties. Want ja, nou ja, sommige deelnemers wilden “vrijuit kunnen
praten”. Dat bij u en mij daardoor het wantrouwen tegen de overheid steeds
verder groeit, hoeft in dit verband geen betoog. De boodschap die ik gisteren
kreeg, past naadloos en precies, in de analyse van de collega’s Tromp en Van de
Ven.
Vanmorgen was in het nieuws dat het ministerie van Algemene Zaken, waar niemand
minder dan de premier zelf de baas is, een flinke tik op de vingers heeft
gekregen van de toezichthouder op de Wet open overheid. “Informatie is van ons
allemaal. In beginsel moeten we daar ook allemaal over kunnen beschikken.
Premier Mark Rutte overtreedt regelmatig de wet.
Dat deden deze vier organisaties gisteren in Utrecht dus ook. Aanvankelijk was
overal op hun websites en hun pagina’s op LinkedIn de bijeenkomst bekend
gemaakt. Ik had me ook tijdig ingeschreven. En een bevestiging daarvan gekregen.
Nu was hun verweer: ja, maar we beoogden in alle beslotenheid vrijuit dingen te
kunnen bespreken. Het is allemaal in strijd met de wet en zelfs met de Grondwet.
Geachte lezer, niet ik ben boos. Ik ben boos namens jullie allemaal. Want wij
maken gebruik van een grondwettelijk gegarandeerde vrijheid: de persvrijheid.
Anders zou Facts Found helemaal niet kunnen verschijnen. Ik weet wel, ik was de
mensen soms de oren, die wel eens met Europees regionaal beleid bezig zijn. Want
tot in wetenschappelijke rapporten toe van de hoogleraar Caspar van de Berg van
de Rijksuniversiteit Groningen en ook lid van de Eerste Kamer voor de VVD,
blijken ze hun eigen vak niet goed te kennen. Dat is voer voor een ander
verhaal. Want het is aan ons, onafhankelijke journalisten, om het kaf van het
koren te scheiden in het overladen aanbod van informatie vanuit de overheid.
Daarom wilde ik vandaag in die tijdelijke arena in Utrecht luisteren naar wat de
dames en heren over het onderwerp Europees regionaal beleid te zeggen hebben. Of
dat echt tot een zinvol verhaal zou hebben geleid, kan ik niet zeggen. Maar nu,
vanwege die gesloten deuren, kan in dit geval met zekerheid zeggen, dat ik het
niet zal kunnen leveren. Mijn excuses, beste lezers.