Europees Parlement: “Zeg baas luister eens; laat je personeel met rust buiten werktijd”
door Jan Schils
Weldra wettelijk “recht” om zich voor zijn/haar baas te verstoppen
Brussel – Het Europees Parlement wil dat werknemers zich over een jaar of drie
buiten hun werkuren niet meer hoeven bezig te houden met hun werk. Met andere
woorden: als hun werkgever eist om in hun vrije tijd de telefoon op te nemen,
geregeld naar hun e-mais en/of tekstberichten te kijken en deze te beantwoorden,
kunnen werknemers dat weigeren.
Het parlement vindt dat de werknemers die zich tijdelijk (maar wettelijk)
onbereikbaar maken voor hun werkgevers, daarvoor niet op de een of andere manier
gestraft kunnen worden. In Frankrijk is een dergelijk “recht op
onbereikbaarheid” al van kracht.
het Europees Parlement wil dat genoemd recht wettelijk wordt vastgelegd in
Europese wetgeving, zodat de EU-lidstaten er niet meer onderuit kunnen. Dat
recht moet hen beschermen tegen te grote werkdruk, burn-out, stress en andere
gezondheidsklachten. Zeker nu in coronatijden de grens tussen werk- en privétijd
nog sneller aan het vervagen is, staan toch heel wat werkgevers sceptisch
tegenover thuiswerk omdat ze de controle op hun werknemers denken te verliezen.
Vaak vertrouwen ze hun werknemers ook niet. Studies hebben echter juist het
tegendeel aangetoond van wat de werkgevers vrezen. Veel werknemers met thuiswerk
blijken dan beter te presteren en dus productiever te zijn. Ze zijn
gemotiveerder en vertonen meer verantwoordelijkheidszin. Een groot voordeel van
thuiswerk is ook dat het bijdraagt aan het verminderen van de files op de
overvolle Europese wegen.
Het is nu de taak van de Europese Commissie om met een wetgevend voorstel te
komen. Maar het is nog lang niet zeker dat de Commissie dat ook van plan is.
Momenteel is zij verdeeld daarover. Sommige commissarissen vinden dat de EU zich
niet daarmee moet bemoeien, andere vinden dit een typische kwestie voor de
sociale partners. Het parlement zelf maakt ook geen haast. Het wil dat de
werkgevers en werknemers binnen drie jaar zelf een regeling uitwerken. Als de
Europese Commissie uiteindelijk toch nog met een eigen voorstel zou komen bij
gebrek aan een akkoord tussen werkgevers en werknemers, moeten ook de regeringen
van de EU-lidstaten daar nog mee instemmen. In Nederland is de Partij van de
Arbeid sedert 2017 vragende partij voor het recht op onbereikbaarheid.
Vanzelfsprekend kan het recht op onbereikbaarheid lang niet door alle werknemers
worden geclaimd. Er zijn tal van vitale beroepen in onder meer de medische-,
transport- en energiesector waarvan het personeel 24/7 bereikbaar moet zijn.
Daarover zal ongetwijfeld nog een robbertje tussen de Raad en het Parlement
worden uitgevochten. Ook de periode van drie jaar om een akkoord te bereiken
lijkt wat optimistisch, zeker naar Europese maatstaven. Er ligt immers nog niet
eens een voorstel op tafel. Als dat wel het geval is, moet dat voorstel eerst
nog door de Europese molen worden gemalen en die molen draait – zoals we
allemaal weten – tergend langzaam.