Boeven vangen lukt beter door Europese samenwerking
Boeven vangen lukt beter door Europese samenwerking
door Koos van Houdt
Ik heb het even geteld in mijn eigen mailbox. In de maanden september en oktober van dit jaar ontving ik 28 mails van de Europese opsporingsdienst Europol en 12 van de samenwerkende openbare aanklagers van de lidstaten van de Europese Unie, die zijn verenigd in Eurojust. Daardoor zijn er nogal wat boeven gevangen in andere lidstaten van -de Europese Unie, dan waar zij wonen en/of hun misdrijven hebben gepleegd.
Er zijn mensen die het maar niks vinden. Al die Europese samenwerking, daar wordt het land maar onveiliger door. Hoezo, open grenzen? Wel, die gedachte bestond twintig jaar geleden ook al. Het Verdrag van Maastricht trad in 1993 in werking, min of meer samen op met de start van de Europese interne markt. Die interne markt, dat was een feestje. Vond iedereen. Zeker in Nederland. Door de open grenzen kon iedereen opeens veel gemakkelijker geld verdienen aan de in- en uitvoer van producten naar andere lidstaten van de Europese Unie.
–
Toen was heel Nederland nog ‘gewoon’ voor die Europese samenwerking. Zo niet onze nationale overheid. Dat wil zeggen, die merkte natuurlijk ook dat het door die open grenzen moeilijker werd boeven te vangen. Maar daar werd wat op gevonden. Als we zoveel verdienen op die Europese interne markt, dan moeten we dat extra geld voor een deel bestemmen voor het vangen van boeven, die gemakkelijk op andere plaatsen in Europa hun heil zoeken na gepleegde moord, inbraak, plofkraak, roverij in vrachtwagens, mensenhandel, witwassen van geld of andere ernstige misdrijven.
–
Naast de rechterlijke macht, het openbaar ministerie en de politie op nationaal niveau, werden aanvullend Europese instellingen en vormen van samenwerking op poten gezet. Zoals dat gaat, begon dat klein en afwachtend, zo in de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw. Europol, ja da moest. Maar dat moest niet te machtig worden.
–
Helmut Kohl, toen nog bondskanselier in Duitsland, droomde van een Europese FBI, die zelfstandig de straat op kon worden gestuurd. Zover ging de samenwerking niet. Maar binnen de poorten van Europol, gevestigd in Den Haag, zitten de rechercheurs iedere dag samen nationale acties te ondersteunen, waardoor boeven gemakkelijk elders in de Europese Unie opgespoord en opgepakt kunnen worden.
–
Iets dergelijks gebeurt op het niveau van de openbare aanklagers binnen Eurojust. Het is niet toevallig dat ook deze dienst in Den Haag kwam. De mensen van Europol en van Eurojust zien elkaar dagelijks en ondersteunen zo elkaars werk. In krijg al heel veel jaren persberichten over concrete acties in mijn postbus. De eerste tien jaar ging dat mondjesmaat. Elk succes werd breed uitgemeten. Een paar per jaar. Nu is het routine geworden en kennen de agenten en de officieren van justitie uit de afzonderlijke lidstaten elkaar goed. Het leidt tot een veel groter aantal mails in mijn postbus, waarin geslaagde acties worden beschreven.
–
Het is daarom een slechte zaak dat Nederland zichzelf de afgelopen jaren de kans heeft ontnomen om ook een derde tak naar Den Haag te halen. Eurojust is al bijna een eigenstandig Openbaar Ministerie, maar officieel mocht dat nooit zo heten. De laatste jaren is wel onderhandeld over zo’n Europees Openbaar Ministerie. Dat komt er, speciaal voor bestrijding van grootschalige fraude, witwasserij van geld en valsemunterij. Maar Nederland heeft te lang geaarzeld om daaraan mee te gaan doen. Nu gaat dat kantoor naar Luxemburg. Vooral ook slecht omdat Eurojust in juli van dit jaar naar een nieuw gebouw in de internationale kantorenwijk in Den Haag is verhuisd. Dat gebouw was gebouwd op de groei, het Europese Openbaar Ministerie had er zo bij in kunnen trekken.
Waar de Europese Unie door verzet op nationaal niveau ook al te lang van heeft afgezien, was Europese samenwerking door veiligheidsdiensten. Heel wat aanslagen in Parijs, Berlijn en Brussel hadden voorkomen kunnen worden, als aanvankelijke voornemens voor samenwerking niet door onderling wantrouwen jarenlang in de kast waren blijven liggen. Pas in de afgelopen jaren werd het bekende spreekwoord weer van kracht: als het kalf verdronken is, dempen we de put.
–
Dat zie de laatste jaren gebeuren. Veiligheidsdiensten en speciale elitediensten van de politie leren elkaar nu ook op Europees niveau kennen en meer en meer vertrouwen. Als er dan vier Russische spionnen bij het gebouw van de OPCW lopen te spioneren, dan is er opeens veel meer informatie over beschikbaar. Wat je ook mag vinden van de knulligheid van de Russen en van de maar beperkte bevoegdheden tot ‘verstoring’ door de eigen veiligheidsdiensten. Door die Europese samenwerking is het wel gemakkelijker geworden om in te grijpen en de veiligheid voor de gewone man op straat overal in de Europese Unie te waarborgen.
–