AANSLAG UTRECHT: De dader schreeuwde “Allahu Akbar”, de slachtoffers schreeuwden om hun leven
AANSLAG UTRECHT: DE dader schreeuwde “Allahu Akbar”, de slachtoffers schreeuwden om hun leven
door Peter-Vincent Schuld
Het hoge woord is er uit. Een directe getuige van de aanslag in Utrecht heeft de dader Allahu Akbar horen roepen, zo verklaarde hij in het programma Nieuwsuur.
We kunnen het proberen te wenden of te keren zoals we willen, maar de schutter Gökmen Tanis heeft zijn islamitische religie een rol laten spelen in zijn moorddadig handelen.
Het Openbaar Ministerie heeft inmiddels laten weten dat zij Tanis en zijn 2 gearresteerde handlangers verdenken van het plegen van een misdrijf met een terroristisch oogmerk.
.
Het was te verwachten dat ook Nederland ten prooi zou vallen aan het aboslute kwaad. Het was en is niet de vraag of er een aanslag kwam of zou komen maar wanneer.
18 maart 2019 gaat de geschiedenisboeken in als de dag van blinde terreur in Nederland tegen willekeurige burgers die in Utrecht de sneltram namen en in het openbaar vervoer
geconfronteerd werden met een man op moordmissie, Aan het leven van drie mensen kwam vanmorgen rond de klok van kwart voor elf een abrupt einde.
Drie mensen vechten nog steeds voor hun leven, twee anderen zijn buiten levensgevaar.
.
Helaas is niet iedere aanslag te voorkomen, al doen de politie en de veiligheidsdiensten nog zo hun best. De gehele dag heeft Facts Found, bezijdens het versturen van Twitterberichten, zich onthouden van inhoudelijke berichtgeving.
Onze collega’s van de grote nieuwsnetwerken brachten de eerste feiten. Daar kon Facts Found niets aan toevoegen.
.
Gedurende de dag hebben we gekeken naar wat er zich afspeelde en wat het antwoord was van de politie op deze gebeurtenis.
.
De hoofddader is dus een 37-jarige man van Turkse afkomst met een fiks strafblad wegens geweldpleging, vermogensdelicten tevens verdacht wordt van een verkrachting, kortom
Gökmen Tanis is geen lieverdje. We zien dit soort criminele loopbanen vaker terug bij lieden die islamitisch getinte terreurmisdrijven plegen. De broer van Gökmen zou in Tsjetsjenië hebben gevochten aan de zijde van de moslimrebellen, het familiaal milieu van Tanis zou een salafistisch karakter dragen.
.
Het kan bijna niet anders dan dat dit soort informatie bij de Nederlandse inlichtingendiensten bekend is geweest, waarmee niet te zeggen is dat deze aanslag per saldo voorkomen had kunnen worden.
.
Eventueel bekende informatie en nieuwe informatie die de politie en inlichtingendiensten vandaag vergaard hebben zullen in samenhang met elkaar zeker hebben geleid tot de snelle arrestatie van de dader en zijn kompanen.
.
Wie de televisiebeelden van vandaag goed bestudeert ziet een goed geoliede politie-machine die kordaat maar voornamelijk adequaat aantrad en optrad.
Beheerst en beschermend naar de burgers, doordacht en doortastend richting de daders. De grootste rol in het veld, naast het verlenen van hulp aan de slachtoffers door medewerkers van de ambulances en de traumahelikopters, was weggelegd voor de DSI. De Dienst Speciale Interventies van de Nationale Politie waaronder ook de arrestatieteams vallen. Deze dienst heeft “rapid reponse teams” die bij voortduring onderweg zijn om in acute situaties binnen zeer korte tijd om op crisis-locaties ingezet te kunnen worden met een Quick Reaction Force als overtreffende trap. Uit alle hoeken en gaten van Nederland kwamen de teams in Utrecht tevoorschijn zonder al hun capaciteit op één locatie te verspelen. De inzet van de special forces van de politie was groot, maar het was niet alles wat werd ingezet. Je moet immers moet altijd rekening houden met incidenten of inzetten op andere locaties en capaciteit beschikbaar houden. Voor het zekeren van omgevingen en extra beveiliging werd daarom ook een beroep gedaan op de zogenaamde Ondersteuningsgroepen van de politie. Deze teams beschikken net zoals de DSI over zwaardere (semi)automatische wapens maar worden in dit soort situaties ingezet om de randen van de “inzet-gebieden” te beveiligen zodat de leden van de DSI zich volledig kunnen focussen op de “instap” in een pand of het aanhouden dan wel neutraliseren van daders.
.
Achter de schermen is voortdurend overleg tussen de tactische rechercheurs die proberen uit te vinden waar de daders zich bevinden en de commandant van de DSI die zijn manschappen aanvoert zodat heel snel en adequaat verdachten kunnen worden opgepakt. Dat laatste hebben we vandaag gezien. Nog voor dat de avond was ingevallen, nog tijdens de persconferentie van de “driehoek” politie, burgemeester en OM, had de politie Gökmen Tanis bij zijn kanis en werd meneer in een gepantserde auto van de DSI afgevoerd en ingesloten om verhoord te worden.
.
Toch was er, ondanks alle pogingen om de communicatie naar de pers en de burgers strak te houden wel sprake van enige verwarring vandaag.
.
de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid Pieter-Jan Aalbersberg sprak in eerste instantie over meerdere schietincidenten terwijl de Utrechtse politie over slechts 1 schietincident sprak. Dit zorgde voor enige verwarring. Snel corrigeerde Aalbersberg zijn woorden en meldde dat de berichtgeving van de Utrechtse politie bij monde van Bernard Jens de enige correcte versie was. Jens is een door de wol geverfde voorlichter die over het algemeen geen woord teveel of te weinig zegt om niet het gevaar te lopen foutieve informatie naar buiten te brengen. Jens kan daardoor nogal eens star en stug overkomen, maar Jens houdt zich bij de feiten. Dat werd vandaag opnieuw duidelijk toen Bernard Jens de vraag kreeg over mogelijke dodelijke slachtoffers. Terwijl duidelijk waarneembaar was dat er een stoffelijk overschot van een slachtoffer afgedekt lag, weigerde Jens te bevestigen dat er dodelijke slachtoffers waren gevallen. Het plaatje van aantallen slachtoffers die dan wel gewond dan wel dodelijk getroffen waren was niet bekend, dus dan wordt daar niets inhoudelijks over gecommuniceerd.
.
De grootste communicatieve uitglijder werd vandaag gemaakt door de voorzitter van de Raad van Marokkaanse Moskeeën in Nederland, Saïd Bouharrou die tijdens de extra uitzending van de NOS met zekerheid pleegde te stellen dat er zich ook een schietincident had voorgedaan bij een moskee wat de facto absoluut niet het geval is geweest.
Wat het motief van deze “faux pas” van Bouharrou is geweest is onbekend maar zorgde wel voor extra onrust met de kans op extra destabilisatie gedurende de lopende crisis-situatie.
.
Op sociale media werd al snel geconcludeerd dat het om een aanslag uit islamitische hoek zou handelen en er werd soms negatief gereageerd op het feit dat de politie inderhaast
moskeeën ging beveiligen. Onwillekeurig spelen de gebeurtenissen in Christchurch van afgelopen vrijdag daarin een rol. De autoriteiten konden bij gebrek aan wetenschap over de echte feiten niets aan het toeval overlaten, maar er zit nog een andere tactische kant aan het verhaal. Mocht de aanslag een islamitisch karakter hebben en de dader zou zich hebben willen verschansen in een moskee, werd deze kans door de massale politie-aanwezigheid in ieder geval ontnomen. Het mes sneed aan twee kanten. De politiek kan naïef zijn of lijken, maar de uitvoerende politie- en inlichtingendiensten zijn dit allerminst.
.
Tanis en zijn twee medeverdachten zitten vast. Daar hebben we de drie dodelijke slachtoffers niet mee terug, daarmee zijn de 3 slachtoffers in levensgevaar en de 2 slachtoffers buiten levensgevaar niet mee geheeld. Daarmee zijn de psychische traumata van alle reizigers en betrokkenen ook niet mee verholpen en de vraag is of deze te helen zijn.
.
Vast staat wel dat zowel burgers (met gevaar voor eigen leven) als medische hulpverleners ter plaatse en die in het ziekenhuis er alles aan gedaan hebben om levens te redden.
.
Eveneens staat vast dat qua medische hulpverlening er direct goed is ingeschat en er is opgeschaald met inbegrip van openstelling van het landelijk calamiteitenhospitaal in het Universitair Medisch Centrum eveneens gelegen in Utrecht.
.
Er dient zich rond dit drama wel een andere vraag aan. Incidenten en calamiteiten in het openbaar vervoer doen zich veelvuldig voor. Een rampenomstandigheid als deze in Utrecht is gelukkig een uitzondering. De vraag is of we, net zoals in onze buurlanden België en Duitsland de diensten “veiligheid en service” en de calamiteitendiensten van de openbaarvervoerbedrijven in Nederland niet de bevoegdheid moeten geven om zich sneller naar een incident te kunnen begeven door de betrokken dienstvoertuigen uit te rusten met optische en geluidssignalen (OGS), dus de facto het voeren van blauwe zwaailichten. Nu moeten de BOA’s van de openbaarvervoerbedrijven nog voor ieder verkeerslicht wachten terwijl iedere seconde kan tellen. Geldt trouwens ook voor andere handhavers en opsporingsdiensten in Nederland die het met “oranje zwaailichtjes” moeten stellen. Misschien moeten we, zoals in Frankrijk ook eens gaan nadenken over vormen van bewapening voor de beveiligers in het Openbaar Vervoer. Juist het Openbaar Vervoer is een van de meest kwetsbare plaatsen waar je in korte tijd veel slachtoffers kunt maken. Dat hebben de aanslagen op de Metro in Parijs in de jaren negentig, de aanslag op het treinstation in Madrid en de aanslag op de Metro in Brussel en Londen ons intussen wel geleerd.