AANGRIJPEND: 100 jaar einde Eerste Wereldoorlog en de met Bloed doordrenkte West-Vlaamse akkers

AANGRIJPEND: 100 jaar einde Eerste Wereldoorlog en de met Bloed
doordrenkte West-Vlaamse akkers
indruk maken.
datering die de impact bepaalt.
honderd jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Eerste Wereldoorlog,
ook wel de Grote Oorlog genoemd. De Eerste Wereldoorlog wordt gekenmerkt
door overweldigende en niet te bevatten cijfers aan
doden, waarvan een substantieel deel het leven
liet in de West-Vlaamse Westhoek, bij velen beter bekend als “Flanders
Fields”.
akker nabij het dorp Moorslede in de West-Vlasamse Westhoek, ten tijd
van de Grote Oorlog, dorp aan het front
foto: © Peter-Vincent
Schuld
Om een beetje een impressie te geven
toog ik, als uw verslaggever, op deze dinsdag 6 november op de
bonnefooi naar West-Vlaanderen. Naar een aantal plaatsen die voor
altijd in het geheugen gegrift staan en stuitte op
aangrijpende momenten die ik niet had
verwacht.
zijn slechts enkele generaties terug die in een tijd leefden waarin het
geweld
direct op hun netvlies kwam in plaats van via
televisie of het internet. Maar honderd jaar geleden werd er massaal gifgas
gebruikt en vielen er duizenden doden soms op 1 dag. Dit alles zonder dat
CNN of de BBC de verschrikkingen direct bij de mensen thuis bracht.
doorvertellen. Maar geen gedrukt of gesproken woord kon ook maar de
wreedheid en het bloederige karakter van
de Grote Oorlog uitdrukken. Honderdduizenden soldaten kwamen nimmer meer
thuis
en bleven liggen in de omgeving waar de waanzin
van oorlog het leven uit hen weggenomen had. Een meervoud aan nabestaanden
die geen afscheid konden nemen van het lichaam en wiens overblijfselen,
waarvan velen niet geïdentificeerd, of zelfs nooit terug gevonden, zonder
requiem aan de aarde werden toevertrouwd.
van de wereld op Vlaamse bodem vochten en het leven lieten. Canadezen,
Zuid-Afrikanen, Nieuw-Zeelanders, Australiërs, Indiërs.
nabij het herdenkingsmonument voor de Zuid-Afrikaanse gevallenen,
waarbij alle de richting naar landen staat aangegeven van het Gemenebest
van waaruit militairen op Belgische bodem tegen de Duitse bezetter
kwamen vechten en daarbij massaal het leven lieten
foto: ©
Peter-Vincent Schuld
Wat rest zijn de namen van de 54.000
vermiste Britse militairen die zijn gebeiteld in de Ieperse Menenpoort.
Waar tot op de dag van vandaag elke avond klokslag acht uur de last
post gespeeld wordt. De Menenpoort. Een kolossaal imposant bouwwerk waar
op de muren van de boog en de trapportalen zowat iedere centimeter
bedekt is met een naam, een naam van een militair die nooit meer
huiswaarts zou keren. Een militair die wellicht geroepen heeft om zijn
mama en zijn papa terwijl helse pijnen, afgerukte ledematen en niet meer
te genezen wonden hem in de overgang bracht van levend mens tot een dood
lichaam, waarvan slechts de herinnering van zijn naasten aan zijn
persoon in de harten van hen die hem misten, levend werd gehouden.
van de Britse vermiste militairen gebeiteld in de muren van de Menenport
in Ieper
foto: © Peter-Vincent Schuld
Menenpoort in Ieper bezin vanaf de buitenzijde van het stadscentrum
foto:
© Peter-Vincent Schuld
Welkom in de Westhoek, Welkom op Flanders
Fields. Nergens werd de term “dodenakkers” zo feitelijk als op dit
betrekkelijk klein stukje grond in de Belgische provincie
West-Vlaanderen. Langs de oevers van de IJzer, in de loopgraven op
steenworp afstand van de vijand was het veroveren en veroverd worden.
naar de reden van de oorlog of naar de politieke kant.
actoren. Dit is een verhaal over een wrede oorlog.
Versailles.
dat het leven van een soldaat zo vervangbaar was als een cent, een stuiver,
een frank, een pfennig of een penny.
onderwezen. Onze Britse buren investeren in het
blijven vertellen van het verhaal. De Britse overheid streeft er naar om elke
scholier op zijn minst 1 x gedurende
brengen aan de plek waar de wrede dood het leven nam van
ontelbare jonge mensen.
oorlog. De vlag van de Europese eenheid hangt achter het ijzeren beeld
van een strijdende militair met gebogen hoofd. Met de Brexit nakende
dreigt Europa weer uiteen te vallen, maar laten we hopen dat er geen
nieuwe oorlogen op tussen Europese landen op de loer liggen.
foto:
© Peter-Vincent Schuld
oktober en in november veel ingezetenen van het (voormalige) Britse
gemenebest een klaproos (poppy) op hun revers om de slachtoffers
te herdenken van de eerste en de tweede wereldoorlog en ter nagedachtenis
van allen die nadien hun leven hebben gegeven in dienst van het vaderland.
De bloedrode bladeren van de klaproos staan symbool voor het eindeloos
gevloeide bloed waarmee het leven uit menig soldaat in grond van de akkers
liep waarop zij vochten.
uitgevoerde poppy’s (klaprozen) bij de Canada Gate in Passendale ter
herinnering van de talloze Canadezen die daar gesneuveld zijn.
foto:
© Peter-Vincent Schuld
De door oorlogshandelingen, explosies,
kraters en loopgraven omgewoelde aarde van de Westhoek was
biologisch gezien een goede grond waardoor de klaprozen in veelvoud
konden gaan bloeien. Lang speelde bij veel mensen de gedachte dat de
bloeiende klaproos de reïncarnatie was van de omgekomen soldaat.
een klaproos bij een handgeschreven briefje dat werd neergelegd in de
Menenpoort voor de omgekomen militair Robert Porter
foto: ©
Peter-Vincent Schuld
alleen af in de Westhoek, maar de meest bloedige en tot de verbeelding
sprekende slagen werden hier wel gevoerd. Een willekeurige kerstdag tussen
1914 en 1917. De wapens zwegen even. Er werden kerstliedjes gezongen aan
weerszijden van het front dat slechts gescheiden werd door een loopgraaf en
wat aarde. De Belgen, Fransen, de Britten, Australiërs, Zuid-Afrikanen,
Indiërs, Canadezen en Nieuw-Zeelanders aan de ene zijde tegen de Duitse
vijand aan de andere zijde.
was er even geen onderlinge vijandigheid, even een dag geen vijandigheden.
Het feest van het licht verduisterde acuut met de zonsondergang waarop de
vijandelijkheden werden hernomen en men elkaar weer begon
te bestoken met geweren en zware artillerie.
Lichamen werden uiteen gereten en tijdelijk met aarde toegedekt. De zware
munitie uit de grote kanonnen woelde de aarde weer om, kraters werden
geslagen. Aarde vermengd met de stoffelijke resten van gesneuvelde
militairen werd de lucht in geblazen. Tijd om deftig de doden te begraven
was er niet. De dood was een “algemeen aanvaarde staat van zijn” zonder
waardigheid. Aan geallieerde kans koos men er voor om de gesneuvelde te
velde te begraven in massagraven. De Duitse agressor toonde pas na het
sneuvelen de menselijke waardigheid en compassie door hun doden individueel
te begraven. Een gebruik dat daarna door de geallieerden werd overgenomen.
dood, de staat van ontbinding, de staat van beschaving. Waar paradoxen
elkaar ontmoeten en elkaar ontdoen van de schijn die zij linguïstisch in de
woorden meedragen.
geen meter is, op sommige plekken zelfs geen centimeter, waar de grond niet
doordrenkt is geweest van het gevloeide bloed. Meer bloed dan tranen. Tranen
werden er aan het thuisfront gelaten. De gesneuvelden keerden niet
huiswaarts zoals heden ten dage. Ik rijd een stukje door de omgeving van
Ieper en Passendale. Overal in de velden en langs wegen tref je een schier
oneindig veelvoud aan van erevelden waarop de doden, al dan niet
geïdentificeerd te ruste werden gelegd.
Geen kilometer kun je passeren zonder de
donkergroene, goed onderhouden borden en bewegwijzering die verwijzen naar
weer een ander ereveld.

het zoveelste oorlogskerkhof .foto: © Peter-Vincent Schuld
Wat is beter, ziek, angstig en beverig in de
door bloed doordrenkte modder een zekere wrede dood tegemoet gaan
of gestorven zijn en in rust neergelegd worden op een perfect onderhouden
oorlogskerkhof, waar de grafstenen zonder mos en schimmel precies in gelijke
rijen zijn opgesteld als dominostenen, waaronder de stoffelijke resten
liggen die als dominostenen gevallen zijn?
.
Eerste Wereldoorlog is geschiedenis.
Maar de massale slachtingen zijn geen
geschiedenis.
als het interbellum (de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog) en
ook nadien tot op de dag van vandaag zwijgen de wapens niet en vloeit er
nodeloos bloed. Maar tot op de dag van vandaag zijn er helaas ook nog steeds
agressors, die niet altijd de vorm hebben van een land of staat, waar tegen
in het geweer gekomen moet worden om erger te vermijden.
daar in het mooie West-Vlaanderen. Dit verhaal kent absoluut niet de
bedoeling om volledig te zijn. Talloze boeken zijn er over geschreven en
geen standaardwerk kan de diepte en de breedte van de slachtingen en de pijn
beschrijven. De noodkreten van angst werden overstemd door het zware geschut
dat aanhoudend op elkaar vuurde. Geen schreeuw of vocale doodsangst liet
zich vereeuwigen.
behalve volledig.
Westhoek. Dat mag ook, temeer daar vanuit “Flanders Fields” er een grote
symbolische werking uitgaat naar de herinneringen van de gruwelijkheden.
Maar liefst drie bloedige slagen en een eind-offensief werden om Ieper
gevoerd. U mag niet vergeten dat sinds het begin van de Eerste Wereldoorlog
al fiks wat slagen elders gevoerd werden in België en Frankrijk. Veel mensen
zijn de slag om het Waalse Bergen (Mons) in 1914 vergeten. En niet alleen
militairen uit het Britse Gemenebest lieten het leven.
verslaggever West-Vlaanderen introk en ook niet in de eerste keer in relatie
tot de Grote Oorlog.
voelen en te ervaren wat er na honderd jaar nog over is van die massale
slachtpartijen en veldslagen.
Slag bij Passendale, ook wel de derde Slag om Ieper genoemd.
Passendale, er werd gevochten om de strategisch
en op een heuvel liggende plaats. De slag ving aan midden 1917
en eindige formeel rond de tiende november van
dat jaar, maar eigenlijk ging de strijd gewoon door.
8 kilometer terreinwinst. De dodencijfers zijn verbijsterend en niet te
bevatten.
geteld. Aan Duitse zijde 55.173. Het aantal gewonden wordt op zo’n 450.000
geschat.
geallieerde zijde als (voornamelijk) ook aan Duitse zijde.
betrekkelijk klein maar strategisch belangrijk gebied.
Van Passendale zelf was niets meer over. Modder,
puin, prikkeldraad, bomkraters en vooral bloed, heel veel bloed.
het bloed, de landerijen dragen de schreeuwen om moeders.
Opgenomen door de aarde, voelbaar als je door de
landerijen loopt. Ik wandel door de landerijen, kniel
mijn vingers glijden en besef dat 100 jaar geleden deze handvol grond
gehydrateerd is geweest door regen en
mensenbloed.
Canadese vlag en een herdenkingskruis bij het monument voor de Canadese
gevallenen op de heuvel bij Passendale
foto: © Peter-Vincennt
Schuld
Even verderop rooit een boer zijn
aardappelen. Aardappelen tot groei gekomen op akkers waar de dood
massaal toesloeg. De consument van de aardappelen in kwestie zal nooit
beseffen dat zijn “patatten” verbouwd werden op een dodenakker. Dit feit
in relatie tot het consumeren van aardappelen in kwestie is totaal
irrelevant. De relevantie zit hem in het gevoel, de wetenschap dat waar
de dood nam de natuur weer geeft.
monument voor de Canadese gevallen militairen op de heuvel bij
Passendale
foto: Peter-Vincent Schuld
De route wordt voortgezet in de richting van
de het grote Britse ereveld Tyne Cot, of beter gezegd het ereveld van
het Britse Gemenebest. De weg werd halverwege onderbroken door een
tijdelijke versperring. Ik kijk over de heuvel heen en zie achter de
heuvel de nodige activiteiten op het ereveld Tyne Cot. Met een andere
blik zie ik opvolgend een drietal lijkwagen vanuit de richting van het
ereveld komen. Ik zie dat ze leeg zijn. Hun doorgang werd tegengehouden
door een dwars over het weggetje geplaatste versperring die ik uit
beleefdheid even weghaal zodat de rouwauto’s konden doorrijden. Bijna
onzichtbaar komt een politieagent op een scooter aangereden die ik de
hand schudde en vroeg wat er feitelijk plaatsvond. Blijkbaar hadden de
lijkwagens de stoffelijke resten van drie gesneuvelde militairen die
ergens te velde waren aangetroffen overgebracht naar hun laatst
rustplaats op het ereveld.
gezet, doch beseffend dat ik voor de feitelijke ceremonie en de
teraardebestelling
eigenlijk te laat was. Als ik dit had geweten,
dan…. als, maar, dan, als….als al die militairen hadden geweten dat ze op
Belgische bodem zouden sneuvelen……… Ik spoedde mij, op een piëteitsvolle
wijze, over de begraafplaats naar de plek waar de drie militairen zojuist
te ruste waren gelegd met militaire eer. De Australische en Britse dragers
en schutters voor het eresaluut, de anglicaanse en rooms-katholieke
priesters, de doedelzakspeler…..hun taak zat er op.
waar drie typisch Britse doodskisten waren neergelaten. Wie waren deze
mensen?
werpen aarde op de kisten van de meer dan 100 jaar geleden omgekomen
Australische en Britse militairen op het Tyne Cot ereveld.
foto: ©
Peter-Vincent Schuld
Het bleek te gaan om twee Australische en
een Britse militair wiens resten medio 2016 samen gevonden tijdens
wegwerkzaamheden waren in een bomput in het nabij gelegen Zonnebeke. Bij
de Britse militair werden nog stukken van zijn uniform en
enkele persoonlijke bezittingen gevonden.
militaire eer die werd georganiseerd door de Britse en Australische Joint
Casualty and Compassionate Centres. Namen? Geen namen. Hun persoonlijke
identiteit kon niet meer worden vastgesteld. Gevonden artefacten onthulden
alleen hun land van herkomst. Gestorven en samen in een gat “langs de weg”
terecht gekomen. Bijna 100 jaar
daar hebben gelegen. Geen familielid, geen
geliefde die ooit nog wat vernomen heeft over het definitieve lot van hun
naasten overzee.
teruggevonden in een willekeurige kuil, ergens. Honderd jaar passeerden er
ontelbare mensen die geen wetenschap hadden dat hier menselijke resten lagen
die toebehoren aan helden die voor de vrijheid vochten.
een nieuwe kuil gegraven. Hun kisten met daarin hun resten werden
neergelaten.
werden hun lichamen opnieuw met zand toegedekt. Ditmaal met kleine schepjes
eer kwamen bewijzen. De zorg voor hun laatste rustplaats wordt kies
en met toewijding ter hand genomen door de
Commonwealth War Graves Commission. Buiten de begraafplaats staan voertuigen
opgesteld van deze internationale organisatie
die zorg draagt voor de oorlogsgraven en de erevelden wereldwijd.
ereveld verlaten hebben zullen zij de begraafplaats betreden, de graven
dichten
en het eeuwig groene gras ook laten groeien op
de helden die aldaar ter ruste zijn neergelegd.
Gemenebest was mij iets opgevallen. Ik zag twee Duitse graven,
met Duitse inscripties waarin de stoffelijke
resten lagen van Duitse militairen. Gescheiden en tegen elkaar in het
leven,
met elkaar verbonden in de dood. Navraag leerde
dat het niet ongebruikelijk was dat stoffelijke overschotten
van gesneuvelde vijanden op elkaars erevelden
een plaatsje kregen in de Westhoek. Iets wat totaal ondenkbaar is
in de periferie van de strijd tussen de
beschaafde wereld en Nazi-Duitsland.
rijdend op de A19 richting Kortrijk herinner ik mij een verhaal.
eentje.
linies waar veel militairen gesneuveld zijn. Tienduizenden
van hen zijn nimmer teruggevonden. De weg
waarover er nu gereden wordt gaat dwars over en door plekken waar de aanleg
van de weg voorrang kreeg op het bergen van
slachtoffers uit de Grote Oorlog. Stoffelijke resten, mogelijk ook
explosieven
werden dan wel onder het wegdek verdoezeld dan wel elders “stiekem” gedumpt
zodat de aannemers maar geen vertragingen
opliepen bij de aanleg.
een halt toegeroepen stelt Wouter Sinaeve van de Educatieve dienst van het
Flanders Fields Museum in Ieper. Het tracé zou dwars lopen door de
voormalige stellingen en velden waar zwaar gevochten is en die van
archeologische grote
waarde zijn stelt de heer Sinaeve. Ook daar
zullen nog zeker stoffelijke resten te vinden te zijn. De A19 is bijlange na
niet de enige plaats waar stoffelijke resten en bodemvondsten verborgen
liggen. De heer Sinaeve vertelt ferm en kordaat dat er in België een nieuwe
wet is aangenomen welke verbiedt en voorkomt dat amateurclubs in het wilde
weg gaan graven en dat zulks is voorbehouden aan speciale aangestelde
archeologische bedrijven.
explosieven opruimingsdienst DOVO ter plaatse om het oorlogstuig te
identificeren
en deze vervolgens onschadelijk te maken,
uitrukkend vanuit het nabij gelegen Poelkapelle.
Sinaeve maar ook met Flanders Fields vrijwilliger René de Clerck. Beide
heren zijn aangedaan door de onverschilligheid die je onder de jongere
generaties ziet en geen enkele binding meer hebben met wat er zich heeft
afgespeeld. Ik merk dat de René de Clerck oprecht echt begaan is, en zich al
jaren sterk maakt als vrijwilliger binnen de organisatie van het Flanders
Fields Museum dat is gevestigd in de Ieperse Lakenhalle. Bijna
overbescheiden maar geen mogelijkheid onbetuigd latend om zijn uiterste
moeite te doen. Wat moet de wereld zonder mensen als René de Clerck en
Wouter Sinaeve? Zij houden de herinnering levend. Waar politici niet in
slagen, slagen zij wel in. Namelijk het doordringen tot harten en hoofden.
verhaal levend te houden, onderhoudt contacten met nabestaanden van
gesneuvelden en verricht feitenonderzoek. De onverschilligheid laat hem niet
onberoerd.
.
Wouter Sinaeve het verhaal levend houden opdat
we hopelijk iets zullen leren. De heer Sinaeve
vertelt “Ik krijg hier schoolklassen binnen die in het begin wat
onverschillig zijn,
voor hen is het een dagje uit, maar als ik ze de
verhalen vertel en ze meeneem naar de gebeurtenissen verandert er toch
wat in hun houding, ik merk dat ik door de laag
van onverschilligheid heen kom”. Vol passie en compassie zet de heer Sinaeve
zijn verhaal voort en en vertelt honderduit over
de noodzaak van voorlichting, in de hoop dat er nooit meer zulke
van vandaag” stelt de heer Sinaeve.
niet uitverteld. Tot in lengte van jaren zullen nieuw ontdekte feiten en
bodemvondsten
de drie militairen op Tyne Cot kon rekenen op warme belangstelling van de
Britse media die aan het verhaal meer aandacht
besteedden dan de grootste krant van Vlaanderen, Het Laatste Nieuws.
van de Commonwealth War Graves Commission geven de Menenpoort in Ieper
een schoonmaakbeurt voor de de herdenkingsceremonie op zondag 11
november, waarop het honderdjarige einde van de oorlog wordt herdacht.
foto:
© Peter-Vincent Schuld
11 november 2018, Armistice, oftewel de
wapens zwegen, het bloed vloeide niet langer, de tranen bleven regenen,
de doden
kregen hun definitieve laatste rustplaats.
De littekens op de zielen van de getroffenen zullen waarschijnlijk
nimmer zijn geheeld.
dood na 100 jaar komen aankloppen. Het zijn de overleveringen en de
monumenten
bestaat, alleen tijdelijke stabiliteit en de dat mens hier voor 100% debet
aan is.