De tegenstrijdigheden in het asielbeleid van Marjolein en haar Fabertjeskrant-nota
door © Koos van Houdt
Foto: © Europese Unie (NL minister Faber op een de vakministerraad in december te Brussel)
We weten het niet. Maar wat zal de smadelijke aftocht van dictator Bashar al-Assad uit Syrië betekenen voor de instroom van asielzoekers in de Europese Unie? Zoveel is zeker, zo’n min of meer onverwachte ontwikkeling in het Midden-Oosten heeft meer invloed op de beperking van die instroom, dan welke obscure nationale wet dan ook, die maar niet met spoed de Tweede Kamer bereikt.
Wel kwam er een ander document van 51 pagina’s naar de Tweede Kamer. Onderwerp: de invoering in Nederland van het Europees Asiel- en Migratiepact. Afgelopen donderdag en vrijdag vergaderen de Europese ministers van Justitie en Asielbeleid over de invoering. In juni 2026 kennen we alleen nog maar Europese asielwetgeving.
Alle lidstaten, ook Nederland, zijn erin geslaagd te voldoen aan het verzoek van de Europese Commissie. Uiterlijk in december 2024 moesten de plannen voor invoering gereed zijn. Anderhalve week terug verscheen het Nederlandse plan. Ook uit de aantekeningen voor de rest van de agenda van de Europese ministers blijkt: Europese lidstaat Nederland doet gewoon mee.
Wie de afgelopen weken en maanden het nieuws uit Den Haag volgde, moet zich wel in toenemende mate hebben afgevraagd wat Minister Faber (Asiel en Migratie) toch allemaal hele dagen zit uit te vreten. Als ze voor debatten in de Tweede Kamer verschijnt, dan heeft ze nog geen teksten klaar voor plannen die verwacht worden. Het begrip “dragende motivering” komt haar de strot uit. Vragen daarover ontwijkt ze met een zuur gezicht.
Maar zie daar, vrijdag kwamen er zo maar dragende teksten van haar hand naar de Tweede Kamer. Heel andere teksten dan verwacht. Nederland werd opnieuw in het onzekere gelaten over die Asielcrisisnood-spoedwet. Dat werd vrijdag weer verder overbodig als gevolg van de stukken die ze wel naar de Tweede Kamer stuurde over het komende politieke overleg in Brussel. Is Marjolein Faber op een donkere decemberdag bekeerd tot Europeaan?
We lezen in de begeleidende brief bij het plan van invoering onder meer, “dat er maar beperkt ruimte is om nationaal zelf nog iets (afwijkends) te regelen”. Het kabinet kiest daarom “voor een stringente uitleg van de Unie-regels”. Asielprocedures “worden verkort en versoberd tot het Europese minimum”. Nederland zal “structureel behoren tot de groep lidstaten met de meest stringente toelatingsregels in de Europese Unie”.
Bezweringsformules, dus. Die worden de minister vanwege haar politieke overtuigingen waarschijnlijk nog wel gegund. Het zijn nietszeggende formuleringen. Het belangrijkste zal voor iedereen zijn, dat Nederland gewoon meedoet met het Europese asiel- en migratiestelsel. Dat wordt in de genoemde 51 pagina’s als bijlage bij de brief tot in detail uitgewerkt. Negen Europese verordeningen treden ook in Nederland in juni 2026 definitief in werking. Alleen op basis van die verordeningen is op dit moment de verbouwing begonnen van de Nederlandse ambtelijke instellingen IND en COA. Bekende afkortingen, nadere uitleg overbodig.
Deze stukken worden van een achtergrond voorzien in de eerder vorige week verschenen eigen aantekeningen onder de vaste codenaam ‘geannoteerde agenda’ voor de ministerraden van Justitie en van Binnenlandse Zaken. Daarin lezen we nog dat versterking van de Europese buitengrenzen en een actief beheer van de spelregels voor het Schengengebied van essentieel belang zijn, onder meer voor het tegengaan van illegale migratiestromen. Het is geheimtaal voor het bekende gegeven dat Nederland geen eiland is in de Europese Unie.
Grenscontroles aan de binnengrenzen zijn een lachertje. Alleen door loyaal mee te doen in de Europese Unie kan nog een zorgvuldig migratiebeleid worden gevoerd. Misschien is dat ook wel de reden voor die structureel gepijnigde gezichtstrekken van minister Faber, wanneer ze in de Tweede of Eerste Kamer haar portefeuille moet verdedigen. Ze lijkt niet door Geert Wilders van de éénmanspartij PVV naar het kabinet te zijn gestuurd ter meerdere eer en glorie van beleid uit de Europese Unie. Het lijkt haar politieke lot dat nu toch tegen haar politieke zin in te moeten doen.
In haar Nationale Plan tot invoering van het Europese Pact probeert ze nog wel tussen de regels door haar nationale zin door te drijven. Maar wie dit stuk van haar leest, vraagt zich in gemoede af waar ze nog in haar politieke nood een spoedwet vandaan moet halen met ‘genoeg’ politieke inhoud. Termijnen, versoberingen, wegpesten van asielzoekers? Het is er allemaal niet meer bij, dan alleen voor zover daarover niet in Den Haag, maar in Brussel is beslist. Zelfs afzien aan meedoen met het zogenaamde ‘solidariteitsmechanisme’ om lidstaten met grote problemen te helpen lukt haar juridisch niet, zo blijkt uit haar nota.