Von der Leyen opent trukendoos om impasse Mercosur-deal te doorbreken
Door © Jan Schils
Leidende foto: © Peter-Vincent Schuld (Avocado’s uit Colombia)
Door interne verdeeldheid (Frankrijk, Polen en Oostenrijk plus mogelijk nog enkele twijfelende landen, waaronder Nederland en België liggen dwars) slaagt de Europese Unie (EU) er maar niet in om de concept-handelsovereenkomst, die na 20 jaar van moeizaam onderhandelen in 2019 werd bereikt met het blok van Zuid-Amerikaanse Mercosur-landen, geratificeerd te krijgen. Zonder deze ratificatie door de regeringen van de 27 lidstaten van de EU, hun nationale parlementen en het Europees Parlement kan deze handelsdeal niet van kracht worden. Op 6 en 7 december vindt in Montevideo, hoofdstad van Uruguay, de Mercosur-top plaats. Wat en door wie daar iets wordt ondertekend, verandert vooralsnog niets aan de noodzaak tot ratificatie.
Toch gloort er plotseling en onverwacht licht aan de horizon. Want daar is de mogelijke redder van het ernstig bedreigde vrijhandelsakkoord opgedoken. Het is een dame, bewonderd en verguisd, die haar trukendoos heeft aangesproken voor een op het eerste gezicht ongetwijfeld efficiënte oplossing, die wel de vraag oproept of de Europese wetgever het allemaal wel zo bedoeld heeft en er geen precedent wordt geschapen. Deze redder in de nood is (u raadde het misschien al) de onvermijdelijke Ursula Von der Leyen, de herkozen voorzitter van de Europese Commissie, ofschoon er een reeks niet van de minste schandalen aan haar kleven. Wat deze herkozen “koningin” van Europa , die bekend staat als “het ijskonijn van Berlaymont” (hoofdkwartier van de Commissie in Brussel) uit haar hoge hoed heeft getoverd, bewaren we voor onderaan dit artikel. Eerst gaan we nader in op de bestaande situatie rond de beoogde vrijhandelsovereenkomst.
Deal met de “duivel”
Want intussen heeft Duitsland (gesteund door Spanje en Italië) het voortouw genomen van EU-lidstaten die het vrijhandelsakkoord liever gisteren dan vandaag definitief aanvaard zien worden. De Duitsers dromen ervan om hun export van kleinere en grotere machines, chemische en farmaceutische producten naar deze landen gevoelig uit te breiden. En ze willen op zo kort mogelijk termijn minstens 100.000 tot 150.000 auto’s of meer op jaarbasis naar Zuid-Amerika exporteren en zo hun slabakkende auto-industrie weer leven inblazen. De Spaanse regering verkoopt haar ziel aan de duivel. De productie van bananen op de Canarische Eilanden, die “plantana’s” worden genoemd en qua kwaliteit beter zijn, kan niet concurreren tegen de import uit Zuid-Amerika.
Boeren pasmunt
Schaarse dreigementen van Zuid-Amerikaanse zijde om de handelsovereenkomst op te blazen als de EU blijft aarzelen met de goedkeuring van deze voor hen lucratieve overeenkomst, kunnen het best met een hele grote korrel zout worden genomen. Ze zouden zich zelf lelijk in eigen vingers snijden, want de voordelen van dit handelsakkoord liggen duidelijk aan hun kant en het minst bij de Europese boeren. De belangen van de boeren zijn nota bene door de Europese onderhandelaars vanaf het begin van de onderhandelingen in 1999 als pasmunt gebruikt (om niet te zeggen verkwanseld) om concessies af te dwingen van de Zuid-Amerikaanse opponenten op onder meer industrieel-, chemisch- en farmaceutisch gebied…
Toch is de Zuid-Amerikaanse irritatie begrijpelijk, want de Mercosur-landen (o.a. Argentinië, Brazilië, Bolivia, Uruguay en Paraguay) wachten al jaren vol ongeduld op de definitieve goedkeuring van deze handelsovereenkomst, waardoor ze samen met de 27 EU-lidstaten en de landen van de EER (Europese Economische Ruimte) gaan deel uitmaken van een van grootste vrijhandelszones ter wereld. Deze vrijhandelszone telt ruim 700 miljoen inwoners en is goed voor iets minder dan 25 procent van het wereldwijde bruto binnenlands product (bbp).
Doel van deze grootscheepse handelsdeal is uiteraard om de wederzijdse heffingen (tarieven) op hun exportproducten (zo drastisch mogelijk) te verlagen. Van de EU als “rijke” club worden daarbij de grootste inspanningen verwacht als quotavrije of laag belaste toegang tot de EU-markt voor Zuid-Amerikaanse land- en voedselproducten, waaronder rundvlees, gevogelte als kip en kalkoen en suiker. Zo bevat het akkoord een nieuw quotum van 99.000 ton Zuid-Amerikaans rundvlees voor de EU-markt tegen een spectaculair verlaagd invoertarief van 7,5 procent, terwijl volgens het handelsakkoord nog eens 180.000 ton pluimvee belastingvrij Europa binnen mag. Vorig jaar exporteerden de Mercosur-landen 270.000 ton rundvlees naar de EU waarvan het grootste deel met invoertarieven.
Toch is er nog een niet onbelangrijke handel verstorende factor, die in de media nauwelijks ter sprake komt, maar die het normale handelsverkeer danig in de war kan schoppen of belemmeren. Het gaat om de fysieke en politiek geïnspireerde- en ongemotiveerde handelsbarrières, die eerlijke concurrentie benadelen of onmogelijk maken. Deze handelsbarrières zijn dikwijls moeilijk uit de weg te ruimen omdat ze ellenlange-, soms jaren aanslepende onderhandelingen vergen. In de ter tafel liggende vrijhandelsovereenkomst staat geen clausule om deze fysieke of politiek gemotiveerde handelsbarrières te vermijden zodat in de praktijk een beroep op de WTO (Wereldhandelsorganisatie) noodzakelijk zal blijken. Er wordt wel gesproken over een geschillencommissie om de WTO te omzeilen.
EU-boeren kunnen niet concurreren
De grootste pijn zit (zoals hier boven reeds aangehaald) bij de Europese boeren die de afgelopen jaren al veelvuldig de straat zijn opgegaan, al dan niet gewelddadig uit pure woede en frustratie.
De Europese veehouders beweren al sedert jaar en dag dat zij niet kunnen concurreren tegen de Braziliaanse vlees- en pluimveeproducenten. Nu bestaat er een gezegde “dat boeren altijd klagen”, maar in dit geval klopt dat niet, zo blijkt serieus te nemen statistieken. De Zuid-Amerikaanse boeren profiteren volop van veel lagere productie-, arbeids-, loon- en milieukosten dan hun collega’s in Europa. Het totale verschil tussen beide wordt geraamd op 28 tot 36 procent afhankelijk van product. Bovendien zijn de boerderijen in Zuid-Amerika veel groter dan bij de Europese concurrentie.
Commissie heeft gefaald
De Europese Commissie had steeds weinig of geen begrip voor de precaire situatie voor de boeren en schitterde vooral door afwezigheid, terwijl zij eerder had moeten optreden om de belangen van de boeren te behartigen. Dat is perfect mogelijk volgens de lijnen van het gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid (GLB), dat zij zelf heeft mede uitgetekend. In de zopas afgetreden Europese Commissie nam de houding tegen de boeren in Europa ronduit vijandige proporties aan. Meesterbrein achter deze afbraakcampagne, die al gauw tot een ware hetze tegen het landbouwareaal en de portefeuille van de boeren uitgroeide, was (en we kunnen er niet onderuit om het kwaad eens temeer te benoemen): Frans Timmermans, vicevoorzitter van de Europese Commissie, EU-klimaatpaus en boegbeeld van links, nadat hij de voorzittersstoel van de Commissie jammerlijk voor hem en zijn aanhang was kwijtgespeeld aan. Timmermans moet worden nagegeven dat hij met zijn wankele wetenschappelijke onderbouw en hersenloze klimaatleugens een wereldwijde klimaatgekte en -hysterie heeft veroorzaakt met een persvers gevolg voor honderden miljoenen mensen (kinderen, vrouwen en mannen) in de vorm een wereldwijde angstpsychose. De financiële offers, die de Europese bevolking voor deze in feite criminele klimaatwaanzin moet opbrengen, lopen volgens Timmermans in de duizenden miljarden. Ook daarvoor kan hij geen financiële onderbouw op tafel leggen. Gelukkig maar want met alle onbekende- en onzekere factoren in het verschiet kan niemand dat rekensommetje maken, zelfs de meest knappe rekenmeester niet. Zeker Timmermans niet, reden waarom hij alleen maar als een slechte goochelaar tienduizenden virtuele euro’s uit zijn hoge hoed tovert. Timmermans wilde de helft van het aantal boeren en van het landbouwareaal en landbouwdieren kwijt. Dat vond hij “goed voor het milieu en het klimaat”. Hij veegde op een verwerpelijke manier de vloer aan met boeren die “vasthielden aan een verouderd landbouwsysteem” en bespotte ze zonder daar ooit voor ter verantwoording te zijn geroepen door voorzitter Ursula Von der Leyen van de Europese Commissie, die er – zoals later zou blijken – in de kern van de zaak de zelfde boeronvriendelijke mening op na hield als de kort gebeende- en wit gebaarde linkse Nederlandse tuinkabouter. Want zodra Timmy zijn hielen had gelicht in Brussel, organiseerde Ursula daar een soort goodwillsfeer tussen haar en de beledigde boeren en gaf lichtjes toe aan hun eisen om steun voor hun alsmaar stijgende productiekosten. Lang duurde deze dooi niet want een paar maanden later trokken de boeren met hun tractoren weer ten strijde en stonden ze weer boos bij Ursula op de stoep in Brussel.
Ursula: Mercosur-overeenkomst in tweeën splitsen
In feite stond Ursula van begin af aan even fanatiek als Timmermans achter het Mercosur-vrijhandelsakkoord. Maar ze sprak daarover wijselijk gematigde taal in verband met de Europese verkiezingen van juni van dit jaar en haar herbenoeming tot Commissievoorzitter. Die wilde ze niet in gevaar brengen. Het slaafse ja-woord van een ruggengraat- en tandeloos Europees Parlement tegen haar herbenoeming was ronduit ontluisterend. Ze reageerde daarop met haar alom bekende typische tandpastalach alsof ze ook nattigheid voelde…
Maar Ursula is evenals haar vriendin Mutti Merkel geen vrouw die lang bij de pakken blijft neerzitten. Alle obstructie en getalm van de EU-lidstaten in verband met “Mercosur” kotsbeu, kwam ze dezer dagen op de proppen met een voorstel om de impasse rond het vrijhandelsverdrag te doorbreken, ook al moest zij daarmee desnoods de Franse president Emmanuel Macron te schofferen door hem het bos in te sturen. “Die krijgt volgend jaar toch geen derde ambtstermijn meer”, zo moet de Duitse hebben gedacht. Om een besluit te versnellen en te forceren en een eventueel veto van Macron of van een van de andere EU-leiders te voorkomen, heeft Von der Leyen een voorstel klaar om de vrijhandelsovereenkomst in tweeën te splitsen, nl. in een brede samenwerkingsovereenkomst en een handelsgerichte deal. Voor deze laatste deal is volgens het EU-recht in de EU-ministerraad bij stemming alleen een meerderheid nodig en dus geen unanimiteit meer. Wel kan een blokkerende minderheid nog roet in het eten strooien.
Ter verduidelijking: Wat is een gekwalificeerde meerderheid?
(* Een blokkerende minderheid moet uit minstens 4 leden van de EU-ministerraad bestaan.
Wanneer er geen blokkerende minderheid van 4 leden van de raad wordt bereikt, wordt de gekwalificeerde meerderheid geacht te zijn bereikt.
Wanneer bijvoorbeeld alle lidstaten op 3 na vóór stemmen, wordt de gekwalificeerde meerderheid ook geacht te zijn bereikt, zelfs als de 24 lidstaten die vóór stemmen minder dan 65 pct. van de totale bevolking vertegenwoordigen.
Met andere woorden: wanneer er minder dan 4 leden van de raad tegen stemmen, is het percentage van de bevolking dat wordt vertegenwoordigd door de lidstaten die vóór stemmen, niet relevant voor de definitie van de gekwalificeerde meerderheid).