Brexit: Het kan alle kanten uit, maar de lichtjes in de haven van Dover blijven branden
door Peter-Vincent Schuld
In Groot-Brittannië meer je aan, de wereldreis in 1 uur en 45 minuten.
Londen, amper een uur vliegen vanuit Brussel, Amsterdam en Rotterdam, en tegelijkertijd zo’n andere wereld, en dat ligt alles behalve aan de taal.
Groot-Brittannië, eens een wereldrijk van formaat. Maar ja, u weet hoe dat gaat. Her en der krijg je onafhankelijkheidsperikelen, rebellie, muiterij
en zo viel het Britse Rijk uiteen.
Wat overbleef was het Britse Gemenebest (Commonwealth) en ook dat verwaterde tot een pseudo-unificatie op basis van vrijwilligheid van de deelnemende lidstaten die ooit voormalige koloniën of Britse mandaatgebieden waren.
De facto stelt het op wereldschaal qua gemeenschappelijk invloed niets meer voor, behalve Koningin Elisabeth op de postzegel, en zelfs dat geldt niet voor alle deelnemende staten.
Opeens brak er een “onafhankelijkheidsstrijd” in Groot-Brittannië zelf uit. De Britten wilden al het bestuur in eigen hand houden.
Eigenlijk wel apart of zelfs misschien grappig om waar te nemen, dat waar in andere landen er letterlijk voor gevochten werd om onafhankelijk van het Britse Rijk te worden, de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië van de EU zonder bloedvergieten verloopt.
Hier bewijst de EU in ieder geval één ding. De reden van de EU waarvoor ze ooit is opgericht wordt nu in de praktijk gebracht. “Geen bloedvergieten en geen oorlog meer bij disputen tussen staten” Dat in een jaar waarin we herdenken dat het 100 jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) tot een einde kwam. Een oorlog waarin ook ontelbare Britten om het leven kwamen.
Apart dat een land dat haar wijze van landsbestuur oplegde aan vele volkeren in de wereld nu zelf in opstand komt tegen de invloed van gemeenschappelijk bestuur en gemeenschappelijk recht dat van toepassing is op haar eigen grondgebied.
De Britten hebben gekozen voor uittreding uit de Europese Unie. Het hele scheidingsproces heeft nogal wat voeten in de aarde en zal dat blijven hebben.
Referendumretoriek; de speeches van Nigel Farage en Boris Johnson, ze waren doorspekt met onwaarheden, valse beloftes en voorgehouden berekeningen die door geen enkele onafhankelijke rekenkamer geaccordeerd zouden worden.
Het bestuur van een land of een verbond van landen zoals de Europese Unie is is primair een juridisch verhaal.
Politieke ideeën die omgezet worden in beleid, het geschiedt door wet- en regelgeving.
Niet iedere burger is een geschoold jurist, niet iedere jurist is bekwaam in staatsrecht , verdragsrecht of gemeenschapsrecht.
Niet ieder politicus is juridisch ter zake kundig en toch kunnen ze, ondanks hun eventuele gebrekkige bekwaamheden een mandaat van de bevolking krijgen om als bestuurder zitting te nemen in een collega dat tot doel heeft de samenleving te ordenen en te regelen.
Het is één van de manco’s, één van de onvolmaaktheden van de westerse democratie. Maar maakt u zich geen illusies, dit manco komt ook voor in niet democratische regeringen en komt zelfs heel vaak voor in landen die opeens onafhankelijk willen worden. Denk maar niet dat alle populaire rebellenleiders briljante denkers waren op het gebied van staatsinrichting en juridische ordening. Uitzonderingen bevestigen de regel, maar warlords hebben meer verstand van krijgskunde dan van rechtskunde.
De Britse hedendaagse rebellenleider Nigel Farage, inmiddels weer van het politieke toneel verdwenen, kon retorisch stevig spreken met woorden en zinnen misschien qua vorm interessant leken, maar waarvan de inhoud nog al eens op gespannen voet stond met de economische en juridische realiteiten.
De Britten beseften veelal niet dat een scheiding van de Europese Unie de Britse economie veel geld ging kosten. Ze beseften niet dat een scheiding gepaard gaat met juridische afspraken. Natuurlijk wisten de Britten dit deels niet want een aanzienlijk deel van de Britse kranten schreven meer over het “kwade monster van Brussel” dan over de oorzaken van de problematiek die de Britten ervoeren. “Brussel” werd gemystificeerd als het “monster van Loch Ness dat buiten de territoriale wateren van Groot-Brittannië met haar tentakels op de Britse visserij sloeg en met haar uithalen migranten aan land van het Verenigd Koninkrijk smeet.
Nee, de Europese Unie is verre van een volmaakt instituut. Maar wat is het alternatief? In de eeuwen die achter ons liggen werd er om de haverklap oorlog gevoerd in Europa, met als trieste dieptepunten de massale slachtingen tijdens de eerste en tweede wereldoorlog. Slachtingen die ook Britse burgers en militairen het leven hebben gekost. De unificatie van Europa had en heeft primair tot doel dit soort afgrijselijkheden nooit meer te laten plaatsvinden.
De Britten zijn goed in het herdenken. Dragen een klaproos op hun kleding in de herfstmaanden ter herdenking van de slachtoffers die vielen in Flanders Fields, de velden van Vlaanderen, waar loopgraven bezaaid lagen met lijken en doordrenkt waren met bloed en waar thans nog de verschrikkingen van de grote oorlog te vinden zijn in de vorm van granaten met en zonder mosterdgas en alle andere oorlogen waar de Britten bij betrokken waren.
Ja, in herdenken zijn de Britten goed, maar hoe zit het met het vooruitkijken?
Een land met een rijke geschiedenis dat ooit wereldmacht van formaat was, waarvan de naweeën van al die periodes nog dagelijks tastbaar en merkbaar zijn, zo’n land heeft politici nodig die nadenken of op zijn minst kunnen nadenken en staan waarvoor ze staan. Groot-Brittannië heeft slechts één premier gekend die met kop en schouders uitstak boven alle politici die het land ooit gekend heeft. Zijn naam? Sir Winston Churchill.
Churchill begon zijn maatschappelijke loopbaan ooit als journalist en sloot zijn ogen niet voor de realiteiten die de overzeese gebiedsdelen kenden, de man bleek bereid stevig door te pakken tegen het moordende en totalitaire nationaalsocialistisch Duitse monster maar zag tegelijkertijd ook de noodzaak van een Europese samenwerking om op zijn minst stabiliteit en het voorkomen van bloedvergieten te bewerkstelligen. De man was wars van politieke correctheden en benoemde problemen bij de naam.
Over hoe Churchill heden ten dage de Britse problemen te lijf zou zijn gegaan is een vraag waarop een antwoord schier onmogelijk is omdat ieders denken naar verloop van tijd evolueert en zich aanpast aan realiteiten van het moment.
Stringent vasthouden aan de “leer” van iemand houdt het risico in dat je vervalt in dogma’s en dat is in de politiek het laatste wat je nodig hebt, zeker in de complexe Britse politiek.
In de praktijk gaat het niet alleen om de regelgeving van Brussel en de migratie. Historische pijnpunten zoals de grens met Ierland dat ooit deel uitmaakte van het Verenigd Koninkrijk, de Goede Vrijdag akkoorden met de Noord-Ierse katholieken en pro-Britse unionisten.
Denkt u dat over deze thema’s door de hoofdrolspelers in de Brexit-campagnes aan weerszijde van het veld der meningen werd gecommuniceerd naar de Britse bevolking?
Het antwoord is eenvoudigweg Nee !
Sommige thema’s zijn niet te simplificeren.
Maar ook op Europese bodem hebben we vooralsnog geen charismatisch politicus die zich kan meten met de intelligentie van Churchill en de Britten het gevoel van een “thuis” te geven binnen de Europese Unie.
De oudere Britten veelal hebben gestemd voor het vertrek, maar hun gemiddelde levensverwachting is realistisch gezien beperkt. De meeste jongere Britten willen deel uitmaken van de unie, zij zien de voordelen ervan en zij moeten het leven nog aanvangen maar kwamen bij het Brexit-referendum niet in voldoende mate opdagen.
Wat rest is de vraag of er mensen zijn die in staat zijn niet alleen de veerboten varende weten te houden tussen het Europese vasteland maar ook de veerboten varende weten te houden tussen de generaties in het Verenigd Koninkrijk.
Hoe de Brexit ook zal verlopen, hoe comfortabel of oncomfortabel de gevolgen zullen zijn voor alle ingezetenen en de economie aan weerszijden van het kanaal. De lichtjes van de haven van Dover zullen blijven branden. Nu de lichtjes in de hoofden van de politici nog.