Ambtenaren die regeren
Ambtenaren die regeren
door Koos van Houdt
Nederland heeft een groot probleem. Maar wij kennen het niet. Ik moest eraan denken toen Pieter Omtzigt, kenner van de kleine letters in het spel van de parlementaire democratie, er een paar dagen geleden over begon. Ik zelf was ook wel eens – heel veel jaren geleden nu al – streng aangesproken door ook zo maar een ambtenaar van de belastingdienst. Die man dacht dat hij de Staat zelve was. Hij was vergeten dat hij ook maar eenvoudige loonslaaf in dienst van ons allemaal was. Een eerzaam vak, maar nederigheid voorop past.
Inhoudelijk is het voor dit verhaal niet heel belangrijk, waarover het ging. Het was een btw-kwestie waarbij ik als beginnend zelfstandige enige tijd een mogelijke fout had gemaakt in het oerwoud aan regels, die de kwartaalaangifte omgeven. Daaruit was een dialoog met ambtenaren van de belastingdienst ontstaan. Daaruit bleek dat mijn mogelijke fout, mogelijk ook geen fout zou kunnen zijn.
Aan het eind echter kwam een inspecteur langs, die mij streng toesprak over mijn plicht me aan de wet te houden. Hoe durfde ik het gezag van hem en zijn collega’s aan te tasten door daarover in dialoog te gaan. U begrijpt, op dat moment besloot ik om na het nul op mijn rekest in de wettelijke bezwaarschriftprocedure alsnog beroep aan te tekenen bij de kantonrechter.
Uiteindelijk besloot de rechter dat de lezing van de belastingdienst houdbaar was. Maar wat ik nooit vergeet was, hoe ter zitting niet één, niet twee, maar zelfs drie ambtenaren kwamen opdagen, die echter nauwelijks uit hun woorden konden komen. Het was een feestje om mee te maken, hoe de rechter die ambtenaren de mantel uitveegde over gebrek aan kennis, gebrek aan collegiale samenwerking op de zitting en gebrek aan klantvriendelijkheid.
Daar moest ik aan denken toen Pieter Omtzigt dezer dagen staatssecretaris Snel maande, nu eens snel die belastingdienst in de klauw te nemen. Die hebben het op hun geweten om ouders die een teruggave mogen tegemoet zien voor te veel betaalde toeslag voor kinderopvang, al vijf jaar aan het lijntje te houden. Bovendien houden ze voor zowel hun politieke baas als voor de rechter documenten achter die er wel degelijk zijn.
Dit is geen incident. Dit is ook niet beperkt tot alleen de belastingdienst. Hoeveel kleine luiden immers worden door overijverige ambtenaren van wat nu het UWV is, het leven zuur en de portemonnee leeg gelaten, vanwege de signalering van een tweede tandenborstel op de badkamer. Een kleine administratieve fout wordt soeverein en hooghartig door ambtenaren afgestraft. De Wet-Mulder voor verkeersovertredingen is er nog heilig bij vergeleken.
Maar mijn gallische visie op het ambtenarendom stroomde over, toen ik de afgelopen dagen las over ambtenaren van de IND, die bezwaar maakten bij de staatssecretaris tegen het pardon voor de Armeense kinderen Howick en Lili. Begrijp me goed, ook is was blij met de aller-, allerlaatste beslissing, dat ze mochten blijven. Hier was sprake van een botsing van rechten, waarbij de kinderen op grond van het VN-Kinderrechtenverdrag uiteindelijk het voordeel van de twijfel kregen.
Maar dat is niet het punt voor dit verhaal. Ook zij die liever hadden gezien dat een ander deel van het recht, namelijk dat op terugkeer en vertrek zou hebben gewonnen, moeten zich zorgen maken. Wat bleek namelijk: de ambtenaren waren gefrustreerd door de beslissing. Maar vooral ook: die ambtenaren maakten dat openbaar. Ik ben geen psycholoog, maar ik kan snappen dat ambtenaren frustratie voelen wanneer hun werk van weken en maanden opdroogt.
Maar, beste lezers, we moeten nu toch eens een grens trekken. Ambtenaren zijn nederige dienaren van ons allemaal en niet heersers in hun eigen koninkrijk. Is een ambtenaar gefrustreerd? Prima! Daarvoor is maar één oplossing: zwijgen of door het gat van de deur verdwijnen uit het lucratieve ambtelijke kantoor. Dit land heeft geen enkele behoefte aan de arrogantie van de vierde macht.