Nederland (inclusief Rutte) begrijpt betekenis “Europese solidariteit” niet
door Koos van Houdt
Een gelekte notitie maakt duidelijk dat Mark Rutte nog niet is geslaagd voor het diploma ‘staatsman’. Hij heeft nog voortdurend een teveel aan eigenzinnigheid over zich als het gaat om onderhandelingen in Brussel.
Rutte begrijpt betekenis ‘Europese solidariteit’ niet
Hij is inmiddels 94 jaar. Meestal zwijgt hij. Maar afgelopen week verhief Jacques Delors, de legendarische oud-voorzitter van de Europese Commissie, zijn stem en zijn wijsvinger. Hij noemde Nederland niet bij naam. Maar zijn waarschuwing om de Europese solidariteit niet in twijfel te trekken, betekent veel meer dan alleen maar een opmerking.
Europese solidariteit was voor Delors in zijn tijd (1985 tot 1995) als voorzitter van de Commissie een leidend beginsel. Delors was één van de spraakmakende Franse politici van christelijke huize, die in die tijd via de sociaal-democratische partij van Frankrijk belangrijke waarden wilde inbrengen in het openbaar bestuur.
Het etiket ‘Europese solidariteit’ is door hem nauw verbonden met de waarden van de Europese interne markt.
In Parijs functioneert een denktank ‘Institut Jacques Delors’, ook bekend als ‘Notre Europe’. Het presenteert studies over belangrijke Europese ontwikkelingen vanuit die gedachte van Europese solidariteit. De Europese Unie is meer dan de som der samenstellende delen. Europees denken is nauw verbonden met deze ontwikkelingen. De Italiaanse oud-premier Enrico Letta mengde zich vorige week in de discussies over de wijze waarop de Zuid-Europese landen gesteund zouden moeten worden in de coronacrisis. Letta was namelijk na zijn aftreden in 2014 een aantal jaren voorzitter van het bestuur van deze denktank.
Inhoudelijk is het begrip Europese solidariteit nauw verbonden met de Acte Unique (1986), waarin de Europese interne markt is geregeld. Onmisbaar voor een land als Nederland. Dat horen we ook voortdurend uit Den Haag. Maar dan is het wel zaak, die interne markt ook helemaal te nemen zoals die is. Er is slechts één Europese economie, de nationale economie vormt daar onderdeel van. Op en voor die interne markt worden wetten en ander beleid vastgesteld via de Europese Commissie (initiatiefrecht) en het door ons allemaal gekozen Europees Parlement.
Dit is niet zo maar een lesje Europees staatsrecht. Deze regels zijn van groot belang in de felle debatten die de afgelopen dagen zijn gevoerd, omdat Nederland de zuidelijke lidstaten en vooral Italië op nogal botte wijze in de verdachtenbank had gezet. Toen Wopke Hoekstra dinsdag het boetekleed aantrok via zijn wekelijkse televisiepraatje bij RTL4, deed hij dat ook namens premier Mark Rutte. Dat onderstreepte onze premier de woensdag erna in de Tweede Kamer met zoveel woorden.
Maar dan. Nederland stelde een goedmakertje voor. Een Europees coronafonds, waarvoor ons land alvast een bedrag tussen 600 miljoen en 1,2 miljard euro beschikbaar stelde. Een soort van Marshallplan werd daar, namens fractievoorzitter Gert Jan Segers (ChristenUnie), aan vastgeplakt. Mooi, maar zeker niet mooi genoeg. Want het gaat niet om de goedgunstigheid van de lidstaten, die centen over hebben en die welwillend een klein deel daarvan naar de armen toeschuiven.
Het gaat erom dat alle lidstaten samen in dezelfde boot van de Europese Unie zitten. Die lotsverbondenheid en de Europese solidariteit die daarbij horen, zijn bepalend voor de wijze waarop in deze crisis moet worden ingegrepen. Nederland en vooral Mark Rutte hebben nog steeds niet goed in de gaten dat we in dat verband één van de 27 kleinere lidstaten van de Europese Unie zijn. Die 27 hebben samen een nieuwe bestuurslaag opgericht, waarvoor ook is vastgelegd hoe de besluiten tot stand komen.
Eind vorige week circuleerde via een betrouwbare bron op Twitter een document, waarin was te lezen hoe Nederland dat nieuwe Coronafonds voor zich zag. Intergouvernementeel, dat wil zeggen als een internationaal besluit tussen 27 afzonderlijke landen. De Commissie als een soort administratie, dat ambtelijk uitvoering zou moeten geven. En, heel onthullend: “geen bemoeienis van het Europees Parlement”.
Er zal vandaag (dinsdag), zo bleek uit veel reacties in de Europese kranten, heus wel door de ministers van de 19 landen van de eurozone een besluit worden genomen, waarmee ieder kan instemmen. Maar ondanks het boetekleed dat het Nederlandse kabinet een week geleden aantrok, heeft ons land nog steeds niet begrepen dat het hier gaat om een thema dat volop hoort bij de spelregels van de Europese interne markt. Inclusief een nieuw en waarschijnlijk veel ‘duurder’ voorstel voor de nieuwe Europese meerjarenbegroting.
Mark Rutte is in eigen land de afgelopen dagen op het schild gehesen als ‘staatsman’. Dat lijkt voorbarig. Hij ontkent al een paar jaar niet meer dat hij in een Europese politieke werkelijkheid verkeert. Maar zo lang hij duidelijk niet begrijpt, hoe die Europese Unie en de bijbehorende Europese solidariteit in elkaar zitten, is hij nog niet geslaagd voor dat examen als ‘staatsman’.