De Dagdenkers: Burgemeester in Boerka-tijd
De Dagdenkers: Burgemeester in Boerka-Tijd
door Bernd Timmerman
Femke Halsema, burgmeester van Amsterdam, heeft nadrukkelijk aangegeven dat zij
het boerkaverbod niet zal handhaven. ‘Ik vind dat zó niet bij onze stad passen’,
zei Halsema. Ze vindt dat een gemeente in principe wel zich aan wetten moet
houden ‘maar je mag wel beslissen waar je prioriteit aan geeft in de handhaving
en waaraan niet.’ Ze eindigde haar korte statement met de haast
ongeïnteresseerde arrogante zin ‘heel veel mensen zijn het er vast weer mee
oneens. En dat hoor ik dan wel.’
De Eerste Kamer ging deze zomer, na de Tweede Kamer, akkoord met een beperkt
boerkaverbod. Gezichtsbedekkende kleding mag straks niet meer in het openbaar
vervoer, het onderwijs en ziekenhuizen. Wat iemand op straat draagt, en thuis,
is nog steeds de keuze van eenieder zelf.
.
Journalisten vliegen af, als rampverslaggevers, op andere gemeenten om te
horen of zij navolging geven aan de rebellie van Femke en zich ook niet aan de
wet gaan houden. En jawel, ook Rotterdam en Utrecht verklaren dat het handhaven
van het Boerka-verbod geen prioriteit heeft in hun steden.
.
Er waren tijden dat Amsterdam zich probeerde keurig aan de wet te houden. Aan het
begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) nam Amsterdam een wel heel
speciale positie in. Het rooms-katholieke bestuur van toen al de grootste stad
van het land was zeer loyaal aan Filips II, de koning van Spanje die de macht
over de Habsburgse Nederlanden had verkregen.
.
Ook toen bepaalde blijkbaar de kleur van het stadsbestuur aan wiens kant
je stond. Het katholieke stadsbestuur ging zich steeds meer in een isolement
bevinden nadat de steun aan Willem van Oranje groeide. De katholieke Amsterdamse
burgemeesters hadden weinig tot geen rust meer.
.
Het Amsterdams stadsbestuur hield koppig vast aan het eigen geloof, en bleef
trouw aan Spaanse koning. De burgemeesters hadden geen oog voor de moordlustige
vervolgingen van de ‘ketters’. Er kwam wel steeds meer oppositie van de
bevolking.
De Amsterdamse onvrede en woede richting het stadsbestuur nam toe. Zeker toen 16
opstandelingen, die in een turfschip de stad waren binnengesmokkeld werden
verraden. De 16 helden, geuzen, die Amsterdam wilden bevrijden. Van de koning in
Spanje en van de foute burgemeesters die streden tegen Willem van Oranje.
.
De 16 mannen werden opgehangen. Hun hoofden afgehakt en tentoongesteld op
staken. De lichamen werden ondersteboven opgehangen aan de galg. De leiders
werden gevierendeeld. Zo kwam Amsterdam aan de bijnaam ‘’Moorddam’’. De stad die
al bekendheid genoot als stad van verraders en moordenaars.
In 1578 werd Amsterdam bevrijd van de Spanjaarden en van de foute burgmeesters en
bestuurders.
De burgermoeder van Amsterdam doet het voorkomen alsof er een nieuwe inquisitie
op komst is. Waarbij vrouwen in zwarte kledij, met alleen de ogen zichtbaar, uit
trams worden gesleept en als protestanten een vervolging aan hun jurk krijgen.
Ze creëert een, onterecht en onjuist, angstbeeld en keert de wereld van vrijheid
om.
.
Nu weet eenieder dat Amsterdamse rode bestuurders wel vaker lak hebben
aan de wet, denk aan het kraakverbod, maar staan de burgemeester van Amsterdam
en haar bestuur van volgers werkelijk boven de Nederlandse wet?
.
De voorstanders vinden het prachtig en zien in haar een strijder voor
rechten van migranten en vrouwen. Immers de vrijheid van kledingkeuze schendt de
rechten van mensen. Het boerkaverbod zou indruisen tegen de universele
mensenrechten.
.
Los van het gegeven dat de Groenlinkse burgermoeder en de linkse raad niet het
bestuur van Nederland vormen, en los van het feit dat zelfs Amsterdam zich aan
de wet moet houden, is het meest ernstige van deze bestuurlijke uitglijder dat
Halsema weer laat zien dat een burgemeester volstrekt immorele keuzes maakt. Net
zoals tijdens de Tachtigjarige oorlog. De schepen met onvrijheid komen de stad
binnen met gejuich en zang.
.
De bestuurders kiezen niet de kant van het volk, maar kiezen de zijde van
de wrede wetten van andere culturen die haaks staan op de vrijheden die
Nederland en het Westen eeuwenlang hebben opgebouwd en verdedigd.
.
De onderdrukking van vrouwen, die niet mogen tonen hoe zij er uitzien
omdat de man moet worden beschermd tegen de verleiding, is het meer dan waard te
beschermen. Om niet alleen passief maar ook actief in trams te gaan kijken hoe
vrouwen verlost raken van achterlijke religieuze tradities die de vrouwen
terugbrengen naar tijden van ver voor de Tachtigjarige oorlog.
.
Femke Halsema is zo een vijand van de vrijheid, van de verlichting, van
de democratie en van de seculiere rechtstaat. Amsterdam kiest de kant van landen
als Saudi-Arabië en Iran. Waar vrouwenrechten wel heel ver weg zijn.
Het kan onmogelijk zo zijn dat burgmeesters en wethouders, met steun van de
meerderheid in de raad, vrolijk gaan shoppen, schrappen en schrijven in de
wetten van Nederland. Het optreden van Halsema is geen beginnersuitglijder of
ideologische bevlieging van verstandsverbijstering. De uitspraken van de
burgemeester van Amsterdam zijn een vorm van rebellie, van een contrarevolutie
tegen de vrijheid, tegen de democratie en tegen de rechtsstaat.
.
Dat Halsema de linkse progressieve cultuurrelativerende goddelijke macht grijpt
is zorgelijk. Dat haar laffe volgers van wethouders en raadsleden nu al bang
zijn voor haar en de sleutel van macht schenken om boven de wet te staan is
ernstig. Dat ‘’moreel verheven’’ Nederland met Femke als een soort van antithese
van Kenau Simonsdochter Hasselaar verraad pleegt aan de vrijheden van mensen is
een aanval op een manier van leven van mensen.
.
Op de muren en torens van Amsterdam, en in veel steden van Nederland, staan
extremistische dogmatici die de kant van religieuze en culturele onderdrukking
kiezen, waar mens noch dier beter van worden. Het overnemen van gebruiken die
vrijheid, welzijn en welvaart aantasten en snijden in de identiteit van het
vrije leven.
.
De opstand komt van binnenuit. Dit gaat om veel meer dan een burgemeester in
verzet. Het gaat om een aanval op een manier van leven, denken en doen. Ik vind
de wetteloosheid, de onderdrukking en de collaboratie zó niet passen bij de
historie, de strijd en identiteit van Nederland.