Tot 100 jaar geleden was Vaals het vierlandenpunt: Het vergeten ministaatje Moresnet
door Peter-Vincent Schuld
We hebben het al vaker geschreven, de “natiestaat” is geen eeuwig en constant
gegeven.Door de geschiedenis heen bleek er niets zo veranderlijk als
landsgrenzen.
De Vrede van Utrecht, Vrede van Münster, het Congres van Wenen, het Verdrag van
Versailles, het uiteen vallen van de Sovjet Unie.
Het verdrag van Versailles is in dit verhaal meer dan relevant. Het maakte
in 1920, na het aflopen van de Eerste Wereldoorlog een einde aan het bestaan van
een stukje “neutraal” gebied te weten het “ministaatje” Neutraal Moresnet dat
aan destijds Nederland, Duitsland, grensde.
Het werd gevoegd bij België en haar oostkantons in de provincie Luik. Kern van
het dwergstaatje van weleer is Kelmis, thans een rustig grensplaatsje zonder
enige bijzondere activiteit van betekenis.
De woonwijken bestaan veelal uit relatief “jonge” maar redelijk troosteloze
woningen met her en der een historisch gebouw uit de lang vervlogen tijden. Wat
doet dan nog herinneren dan Neutraal Moresnet?
Een museum, wat verborgen grenspaaltjes en het huidige gemeentewapen van Kelmis.
De leeuw aan de linkerzijde refereert aan de Nederlandse en Belgische band, net
de Pruisische adelaar rechts, refereert aan de Pruisische (en later Duitse)
gedeelde heerschappij.
De hamer en de pikhouweel” in de kop in het gemeentewapen refereren aan de in
1950 gesloten zinkmijn waaraan Neutraal Moresnet deels haar economisch bestaan
aan kon ontlenen.
Tijd om zo goed als een eeuw later eens voet te zetten op gronden die als
deze zouden kunnen praten, ons zouden laten schateren en gieren van het lachen
over de toenmalige losbandigheid, gokgedrag en listige smokkelaars maar ons ook
laten fronsen door de vervuiling van de lucht van weleer met cadmium die
vrijkwam bij het smelten van de zinkerts.
Zeker in Kelmis, waar een groot deel van de gewonnen zink via de schoorstenen
door de hoge oventemperaturen een gasvorm aannam en wat de smelterij en de
zinkwinning een stuk minder rendabel maakte.
In de titel hadden we het over het Nederlandse Vaals (Limburg) als
“vierlandenpunt”. Als u vanaf dit Nederlandse punt het Belgisch en Duits
grondgebied voor ogen neemt, realiseer u dan dat u staat op het beginpunt van
een langwerpige driehoek die naar mate u verder “naar beneden” afdaalt breder
wordt met aan de linkerzijde een “afgesneden grenslijn die de driehoek wat
vervormt. Nee, geen enkele grenslijn in deze heeft een natuurlijke oorsprong.
De grenzen zijn arbitrair getekend op een landkaart, betreffende een gebied
waar geen overeenstemming over kon worden bereikt onder wiens “heerschappij” het
viel met in het achterhoofd de economische waarde van het zink in het
bodemgesteente.
Algemeen kiesrecht, laat staan de democratie van vandaag waren in de tijden
van het ontstaan van Neutraal Moresnet nog “science fiction”. Toch werd er wel
ooit een informeel referendum over de onafhankelijkheid van het dwergstaatje
gevoerd, waarbij 95 % van de inwoners vóór stemden”.
Al
met al reden genoeg om ter plaatse eens een kijkje te gaan nemen. Ik
vertrek vanuit Antwerpen. Over de E313, de lus bij Lummen over
de E314, zo naar Nederland om via de Duitse autobahn vlak voor Aken
centrum een afslag te nemen.
Eenmaal door een buitenwijk van Aken heen doemt er een bord op “Belgique /
Belgiën” en even later zijn we op het punt waar het werkelijke verhaal begint.
Auto aan de kant, kijken, in je opnemen en natuurlijk foto’s maken. Wat is dit
verhaal zonder beeld? Uw verslaggever voelt de onweerstaanbare drang om u dit
verhaal te vertellen, om zijn fascinatie voor bijzondere zaken aan u over te
brengen. De buurtbewoners ter plaatse zullen best gedacht hebben van “Wat moet
die snuiter hier?”.
Het eerste waar uw verslaggever zijn oog is op viel is het gemeentewapen van
Kelmis. Hoe een gemeentelijke “coat of arms” zoveel geschiedenis symboliseert.
Maar dat ene stukje grond waar ik sta vertelt nog meer. Want hoe we het wenden
of keren, het einde van Moresnet is niet het einde van de geschiedschrijving op
die exacte locatie. Op wat thans iets weg heeft van een vluchtheuvel staat een
zwart-geel-rood geschilderde slagboom, de kleuren van de Belgische vlag.
Want ondanks dat Neutraal Moresnet ophield te bestaan was er niet opeens “vrij
verkeer van personen en goederen”. Er was nog geen Benelux, er was nog geen
“Schengen”. Als je hier zo rondloopt, besef je dat families, vriendenkringen en
het sociaal en economisch leven letterlijk grensoverschrijdend. Het is op zijn
minst voor deze mensen te hopen dat dit zo blijft.
De opkomst en de ondergang van het ministaatje is een verhaal apart. Hoe
ging het Monaco van de Zuidelijke Nederlanden verloren? We duiken even de
geschiedenis in. Ik vond geschiedenis op school altijd mateloos boeiend en
fascinerend.
Ik weet ook dat velen van u het van geschiedenis wellicht beschouwden als het
“gaap- en slaapuurtje, waarbij later in het leven pas het besef komt hoe zeer de
de tijd vóór ons, van belang is voor het begrijpen van de dag van vandaag met
het oog op morgen.
Enfin, de jaartelling die wij kennen was nog maar net begonnen en men
maakte al melding van dat er een waardevol erts gevonden zou zijn in de omgeving
waar in de middeleeuwen het dorpje Kelmis ontstond. Enfin “da’s handel” of
woorden van gelijke strekking zullen vast en zeker gegaan zijn door de hoofden
van menig koopman uit die tijd.
Gedoe rond de zinkmijn is er altijd al geweest, Het was voorwerp van twisten
tussen Rijksstad Aken en het Hertogdom Limburg. Wie controle over de het
waardevolle erts had, was letterlijk en figuurlijk koopman. Na verloop van tijd
had Aken de controle en de jurisdictie over het gebied. Maar, zoals altijd, aan
alles komt een einde. Ook aan de Oostenrijkse Nederlanden dat een 8 tot 11 tal
provincies van de Zuidelijke Nederlanden besloeg kwam een eind in 1795.
In 1795 lijfden de Fransen het gebied in, voegden de mijn in bij de gemeente
Moresnet en het Franse staatsbedrijf Vieille Montagne (geen familie van Chiel
Montagne) nam de zinkproductie voor haar rekening.
Hoe ontstond Neutraal
Moresnet of eigenlijk formeel “Onverdeeld Moresnet” nu eigenlijk? Kijk, daar
komt onze vriend uit Corsica weer over om de hoek kijken, een zekere Napoleon
Bonaparte.
Na de finale val van Napoleon en het ineenstorten van zijn keizerrijk
konden de Verenigde Nederlanden en Pruisen het maar niet eens worden over het
bezit van die vermaledijde zinkgroeve. Oorlog voeren om wat zink behoorde ook
niet tot de geprefereerde opties en dus werd er “gepolderd”. Uitkomst was een
onverdeeld gebied van iets meer dan 3,5 vierkante kilometer waarover zowel de
Verenigde Nederlanden (later België) en Pruisen (later Duitsland) de
gezamenlijke zeggenschap over kregen.
Zo werd er in 1816 een ministaatje gevormd dat niet alleen een
territoriaal pretpark was voor de goklustigen, het stikte er van de casino’s,
maar het was ook een belastingparadijs en de heren van stand en hen die van
standjes hielden konden er lustig van bil omdat de prostitutie er welig tierde.
Wie wil er nou niet in zo’n heerlijk verdorven landje wonen?
Nou dat vonden er meer.
Het
aantal inwoners rond het ontstaan van Moresnet was zo’n 256 zielen, dat
liep rond 1858 al op naar zo’n 2572 en zo rond 1903 waren het zo’n 3432
ingeschreven “stamgasten”.
De bevolking bestond uit Duitsers, Belgen, Neutralen en wat Nederlanders.
Ja,
je zult de Nederlanders eens een keer ergens niet tegenkomen.
In 1914 brak er een donkere tijd aan. De Eerste Wereldoorlog. De Duitsers namen
bezit van Moresnet en bezetten het. Alle inwoners werden genaturaliseerd tot
Duitser. In 1915 werd het door Duitsland ingelijfd binnen de Rijnprovincie en in
1918 mochten de Duitsertjes wieder zurück nach Hause. Trieste tol: 147 inwoners
van Neutraal Moresnet lieten het leven door de oorlogvoering.
Na afloop van de Eerste Wereldoorlog bezette België het gebied en werd later
ingelijfd. De Duitsers hadden wat af te rekenen na afloop van zowel de Eerste
als de Tweede Wereldoorlog. Het verdrag van Versailles, waarin onder meer het
verlies van Duitsland, de herstelbetalingen en de territoriale grenzen formeel
werden vastgelegd maakte een einde aan aan Neutraal Moresnet en het gebied werd
vanaf dat moment formeel onderdeel van het Koninkrijk der Belgen.
Die territoriale hertekening van de grenzen maakte ook meteen een einde aan
een misverstand.
Want niet geheel Moresnet behoorde tot het ministaatje. Het feitelijk plaatsje
Moresnet behoorde niet tot “Neutraal Moresnet” en Neu Moresnet evenmin. Ja,
sommige zaken blijven wat ingewikkeld.
Elke samenleving kent een juridische structuur. Nou deze was er in Neutraal
Moresnet maar in bepaalde en beperkte mate.
Bij gebrek aan “nationale” wetgeving werd de “Code Napoleon” toegepast.
Ordehandhaving? Een enkele veldwachter was genoeg. Nou genoeg? Als er echte
boeven gepakt moesten worden acteerden de Belgische en de Duitse politie samen.
Een Euregio-samenwerking van weleer.
Neutraal Moresnet kende geen rechtbank, geen cellen en geen
uitleveringsverdragen. Het ene jaar werden terechtzittingen in Aken gehouden,
het andere jaar in Luik. De dagelijkse beslommeringen werden behandeld door de
burgemeester die eveneens de gemeenteraadsleden benoemde.
Een van de meest in het oog springende personen van Neutraal Moresnet was de
Duitse arts en plaatsvervangend burgemeester Walter Molly. Een voorvechter van
de neutraliteit en onafhankelijkheid. Hij richtte een onafhankelijkheidsbeweging
op tegen de opheffing van de neutraliteit. De Franse franc was de officiële
valuta maar de andere “currencies van vlak over de grens” werden ook van harte
geaccepteerd. Geld is geld.
Walter Molly richtte het nutsbedrijf Verkehrs Anstalt Moresnet op en begon zelfs
met postzegels uit te geven, en juist die waren vroeger maar ook nog heden ten
dage wegens zeldzaamheid zeer gewild. Maar dit initiatief werd gedwarsboomd door
de geldende wetgeving. De Code Napoleon liet geen private nutsinitiatieven zoals
postdiensten toe. De postzegel kon dus niet op een brief maar wel acht het
behang geplakt worden.
Het streven naar onafhankelijkheid van Neutraal Moresnet werd door Duitsland niet
erg op prijs gesteld. In Walter Molly’s “strijdtocht” om tot een onafhankelijk
en Neutraal Moresnet te komen, ontplooide zich een nieuw instrument toen hij in
1906 de esperantist Gustav Roy ontmoette. Esperanto was ontwikkeld als een
artificiële taal door de Pools-Russisch-Litouwse-Joodse Lejzer Zamenhof met als
doel om de hele wereld een gezamenlijke taal te laten aanleren. In de begin van
vorige eeuw was die gedachte erg in zwang. Ook toen zocht men naar manieren om
mensen, niet zozeer landen, met elkaar te verbinden.
Dr. Walter Molly zou van Neutraal Moresnet graag de eerste staat hebben
gemaakt waarin het Esperanto als voertaal werd gebruikt. De inwoners van
Neutraal Moresnet hadden al een een naam in het Esperanto bedacht “Amikejo”
hetgeen zoveel betekent als “plaats van vriendschap”. Er waren zelfs plannen om
het internationaal Esperanto-kantoor naar Kelmis te halen. Maar uiteindelijk
sneuvelden de plannen en daarmee sneuvelde ook het enthousiasme onder de
inwoners van Moresnet en stierf het idee van een “Esperanto-staat” een roemloze
dood.
Landsgrenzen, koninkrijken, keizerrijken, overheersingen, bezettingen,
onderwerpingen, het is het eeuwige verhaal van Europa geweest. Molly had de
toestemming al van de uitvinder van het Esperanto, Zamenhof. Sinds het einde
van de Tweede Wereldoorlog, het instorten van het Warschau Pact en het
communisme in Oost-Europa op de perikelen op de Balkan na, voor het eerst wat
rustig.
Van de vroege middeleeuwen tot en met het midden van de vorige eeuw werden
omgerekend triljoenen aan Euro’s besteed aan landje pik, bezettingen, oorlogen
en wat al dies meer zij.
Ik verzin het niet.
Sla de geschiedenisboeken er maar op na. De Fransen, de Spanjaarden, de
Oostenrijkers, de Duitsers allemaal probeerden ze controle over dat ene
continent te krijgen dat Europa heet.
Nee, de Europese Unie is verre van perfect, integendeel, zoals eerder
gezegd, de bezem moet er stevig door.
Het moet weer gaan over de burger en niet over allerlei grootse ideeën die
niet haalbaar zijn en kapitalen verslinden.
Maar sinds de komst van de EU en sinds het zwijgen van de wapens en het
ophouden van zinloze golven van bloed van slachtoffers ten gevolge van deze
oorlogen is de enorme vernietiging aan mensenlevens, menselijk geluk en kapitaal
die er mee gepaard gingen, beperkter geworden.
Toch moeten we echt uitkijken dat we van Europa niet een nieuw letterlijk met
bloed doordrenkt slagveld maken.De dreiging komt dit keer niet primair van
staten die onderling oorlog voeren, maar van groepen van burgers onderlingen
landsbesturen die vaak geen oor hebben naar wat de burger wil. Wat wil die
burger?Eigenlijk maar twee dingen. Veiligheid en economische welvaart.
Het verhaal van Neutraal Moresnet moet daarom verteld blijven worden, zodat we
kritisch blijven op alles wat er rond om ons heen gebeurt en om na te denken hoe
we in Europa verder met elkaar als mensen willen gaan. Die regeringen….. dat zal
wel. Onderhevig aan de electorale waan van de legislatuur. Maar bestuurders
moeten vooral niet denken dat ze boven het volk verheven zijn en overal maar hun
wil kunnen opleggen.
Op die 3,5 vierkante kilometer in Neutraal Moresnet dacht de bevolking er net zo
over ook al was de democratie die we nu kennen daar geen gemeen goed.
Maar de macht van de etatistische som maal de wortel van het getal
“oorlogsvoering” gooide roet in het eten.
We staan midden in een woelig Europa. Het is nu aan ons, burgers om uiteindelijk
te beslissen welke kant we op willen.